Dutch

Detailed Translations for persen from Dutch to Spanish

persen:

persen verb (pers, perst, perste, persten, geperst)

  1. persen
  2. persen (uitpersen; leegknijpen)

Conjugations for persen:

o.t.t.
  1. pers
  2. perst
  3. perst
  4. persen
  5. persen
  6. persen
o.v.t.
  1. perste
  2. perste
  3. perste
  4. persten
  5. persten
  6. persten
v.t.t.
  1. heb geperst
  2. hebt geperst
  3. heeft geperst
  4. hebben geperst
  5. hebben geperst
  6. hebben geperst
v.v.t.
  1. had geperst
  2. had geperst
  3. had geperst
  4. hadden geperst
  5. hadden geperst
  6. hadden geperst
o.t.t.t.
  1. zal persen
  2. zult persen
  3. zal persen
  4. zullen persen
  5. zullen persen
  6. zullen persen
o.v.t.t.
  1. zou persen
  2. zou persen
  3. zou persen
  4. zouden persen
  5. zouden persen
  6. zouden persen
en verder
  1. is geperst
  2. zijn geperst
diversen
  1. pers!
  2. perst!
  3. geperst
  4. persend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for persen:

NounRelated TranslationsOther Translations
apretar aanschroeven; afklemmen; afknijpen; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
apretar persen aandrukken; afklemmen; afknellen; afknijpen; bedenken; comprimeren; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; met gespannen voorwerp omsluiten; nijpen; omspannen; overspannen; proppen; samenballen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden
estrujar leegknijpen; persen; uitpersen bedenken; comprimeren; fantaseren; fijnmaken; klemmen; knellen; kreukelen; kreuken; omklemmen; platdrukken; samendrukken; samenpersen; uitdenken; verbrijzelen; verdichten; verfromfraaien; verfrommelen; vergruizen; verkreukelen; vermorzelen; verpletteren; verzinnen; voorwenden
explotar leegknijpen; persen; uitpersen aan stukken springen; bewerkstelligen; bouwklaar maken; exploderen; exploiteren; klappen; laten exploderen; ontginnen; ontploffen; ontwikkelen; opblazen; ploffen; profiteren; realiseren; springen; tot ontwikkeling brengen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitbuiten; verwerkelijken; verwezenlijken; voor landbouw klaar maken; voordeel trekken
exprimir leegknijpen; persen; uitpersen fijnmaken; inpersen; leegknijpen; platdrukken; uitdrukken; uitknijpen; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
oprimir persen beklemmen; benauwen; butsen; een deuk maken in; indeuken; indrukken; induwen; naar beneden drukken; verdrukken
pesar sobre persen belasten; bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; opdragen
prensar persen comprimeren; samendrukken; samenpersen
presionar persen

Related Words for "persen":


Wiktionary Translations for persen:


Cross Translation:
FromToVia
persen encajar; enchufar shoehorn — to exert great effort to insert or include something
persen exprimir; apretar squeeze — to apply pressure to from two or more sides at once
persen urgir; apremiar; apretar; presionar; insistir; acelerar; activar; adelantar; apresurar presserexercer une pression, serrer plus ou moins fort.
persen apretar serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).

persen form of pers:

pers [de ~ (m)] noun

  1. de pers (drukpers)
    la prensa

Translation Matrix for pers:

NounRelated TranslationsOther Translations
prensa drukpers; pers

Related Words for "pers":


Related Definitions for "pers":

  1. apparaat waarmee je ergens het sap uithaalt1
    • ik gebruik altijd een sinaasappelpers1
  2. nieuwsbladen en journalisten1
    • de koningin stond de pers te woord1

Wiktionary Translations for pers:

pers
noun
  1. een instrument waarmee druk uitgeoefend kan worden
  2. 5. tapijt
  3. journalistieke media

Cross Translation:
FromToVia
pers prensa press — printed media
pers prensa presse — ensemble des journaux

Related Translations for persen