Dutch

Detailed Translations for respijt from Dutch to Spanish

respijt:

respijt [het ~] noun

  1. het respijt (uitstel)
    la remisión; la demora; el desplazamiento; el descanso; el traslado; el respiro; el aplazamiento
  2. het respijt (uitstel; onderbreking)
    la demora; el respiro; el aplazamiento; el descanso
  3. het respijt (bedenktijd)

Translation Matrix for respijt:

NounRelated TranslationsOther Translations
aplazamiento onderbreking; respijt; uitstel opschorting; verdaging
demora onderbreking; respijt; uitstel oponthoud; vertraging
descanso onderbreking; respijt; uitstel onderbreking; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; rustpunt; rusttijd; speelkwartier; tussenpoos; verpozing; werkpauze
desplazamiento respijt; uitstel manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht; verdringing; verlegging; verschuiving; verzetting; wisseling
plazo de reflexión bedenktijd; respijt
plazo para reflexionar bedenktijd; respijt
remisión respijt; uitstel afzenden; posten; versturen; verzenden; wegsturen
respiradero bedenktijd; respijt bronchie; keldergat; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; luchtpijp; tochtgat; tochtkanaal; trachea; trekgat; ventilatiekanaal; vuurgat
respiro bedenktijd; onderbreking; respijt; uitstel adem; ademhaling; ademstoot; ademtocht; inademing; inhalatie; uitademing; zucht
traslado respijt; uitstel beweging; falsificatie; gebaar; lichaamsbeweging; migratie; overboeking; overmaking; overplaatsing; overschrijving; overslag; verhuizing; verlegging; verplaatsing; verruiling; vervalsing; verzetting; wisseling

Wiktionary Translations for respijt:

respijt
noun
  1. uitstel, pauze, opschorting