Dutch

Detailed Translations for totaal from Dutch to Spanish

totaal:

totaal [het ~] noun

  1. het totaal (voltalligheid; geheel; volledigheid; )
    el estado completo; el todo; la unidad; la totalidad; el total

Translation Matrix for totaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
estado completo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
todo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
total alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid complete som; totaalbedrag; volledige bedrag
totalidad alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid volheid
unidad alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid afdeling; departement; detachement; diskettestation; eenheid; eenvormigheid; eenzelvigheid; gelijkvormigheid; ledemaat; legerafdeling; legereenheid; legeronderdeel; lichaamsdeel; lidmaat; schijfstation; sectie; tak; uniformiteit
- som
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
completo compleet; helemaal; totaal; volledig af; afgedaan; afgelopen; algeheel; beëindigd; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gedaan; gepleegd; gereed; gevuld; geëindigd; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; klaar; kompleet; onverkort; opgevuld; over; plenair; uit; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt; voltallig; voltooid; volwaardig; voorbij
- compleet; geheel; heel; vol; volledig
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- helemaal
ModifierRelated TranslationsOther Translations
a fondo absoluut; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen
a tiempo completo compleet; helemaal; totaal; volledig fulltime; volledig
completamente compleet; helemaal; totaal; volledig algeheel; compleet; faliekant; finaal; fulltime; hartstikke; heel; hele; helemaal; kompleet; vierkant; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt; voluit
del todo compleet; helemaal; totaal; volledig faliekant; finaal; hartstikke; heel; hele; helemaal; vierkant; volstrekt
detenidamente absoluut; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid
hondo degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen diep; hartgrondig; innig; intens
no superficial degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen
por completo compleet; helemaal; totaal; volledig algeheel; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; vierkant; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt
profundo absoluut; degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; in het geheel; niet oppervlakkig; totaal; volkomen diep; diepzinnig; hartgrondig; heftig; hevig; indringende; ingrijpend; innig; intens; intensief
todo algeheel; alle; allemaal; alles; compleet; elk; elke; gehele; iedere; kompleet; volkomen; volledig; volslagen
total absoluut; compleet; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen; volledig algeheel; compleet; faliekant; finaal; gaaf; hartstikke; heel; helemaal; intact; integraal; kompleet; onverdeeld; vierkant; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt
totalmente absoluut; compleet; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen; volledig algeheel; alleszins; compleet; enenmale; faliekant; finaal; fulltime; hartstikke; heel; hele; helemaal; in alle opzichten; kompleet; vierkant; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt

Related Words for "totaal":

  • totale

Synonyms for "totaal":


Antonyms for "totaal":


Related Definitions for "totaal":

  1. zonder dat er iets ontbreekt1
    • het totale bedrag is 120 gulden1
  2. geheel van getallen1
    • het totaal bedraagt 120 gulden1

Wiktionary Translations for totaal:

totaal
noun
  1. alle onderdelen tezamen

Cross Translation:
FromToVia
totaal todo all — intensifier
totaal totalmente; completamente altogether — without exception; wholly; completely
totaal total total — amount
totaal suma total — sum
totaal total total — entire
totaal totalmente totally — In a total manner; completely
totaal completo; entero; todo; total; lleno; pleno entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.
totaal enteramente; completamente entièrement — D'une manière entière.
totaal suma somme — (mathématiques) résultat de l’addition de plusieurs nombres.

Related Translations for totaal