Dutch

Detailed Translations for vereist from Dutch to Spanish

vereist:


Translation Matrix for vereist:

NounRelated TranslationsOther Translations
central bolwerk; centrale; meldkamer
esencial belangrijkste punt; hoofdpunt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cardinal cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist cruciaal; kardinaal; voornaamst
central cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist centraal; cruciaal; in het centrum; kardinaal; voornaamst
crucial cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist beslissend; cruciaal; doorslaggevend; essentieel; heel belangrijk; kardinaal; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van levensbelang; vitaal; voornaamst; wezenlijk
debido obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gepast; gepaste; geschikte; keurig; netjes; passende; verplicht zijn aan; verschuldigd
decisivo cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist achterste; afdoend; beslissend; cruciaal; definitieve; essentieel; finaal; kardinaal; laatste; meestens; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; overtuigend; overwegend; voornaamst; wezenlijk
elemental cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist basis; benodigd; elementair; essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
esencial cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist belangrijk; benodigd; cruciaal; daadwerkelijk; essentieel; feitelijk; fundamenteel; in feite; in werkelijkheid; kardinaal; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs; onmisbaar; onontbeerlijk; van belang; voornaamst; werkelijk; wezenlijk
fundamental cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist benodigd; cruciaal; daadwerkelijk; door de behoefte vereist; essentieel; feitelijk; fundamentalistisch; fundamenteel; in feite; in werkelijkheid; kardinaal; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; principieel; tot grondslag dienend; voornaamst; werkelijk; wezenlijk
importante cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; belangrijk; belangrijke; beroemd; corpulent; deftig; dik; doorluchtig; eerbiedwaardig; enorm; flink; fors; geacht; gedistingeerd; gewichtig; gezet; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogverheven; illuster; important; lijvig; prominent; royaal; statig; substantieel; van belang; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vorstelijk; waardig; zwaarlijvig
imprescindible cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist benodigd; broodnodig; door de behoefte vereist; essentieel; hard nodig; hoognodig; nodig; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
indispensable cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist broodnodig; essentieel; hard nodig; hoognodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onmisbaar; onontbeerlijk; onvermijdelijk; wezenlijk
necesario cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist benodigd; noodzakelijkerwijs
obligado obligaat; obligatoir; vereist; verplicht dwangmatig; gebonden; gedwongen; geforceerd; niet vrij; onvrij; onvrijwillig; reglementair; verplicht
obligatorio obligaat; obligatoir; vereist; verplicht bindende; dwangmatig; dwingend; gebiedend; gebonden; gedwongen; geforceerd; gelastend; imperatief; niet vrij; onvrij; onvrijwillig; plichtmatig; reglementair; vereisend; verplicht; verplichtend
que se debe obligaat; obligatoir; vereist; verplicht verplicht zijn aan; verschuldigd
relevante cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist important
substancial cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist benodigd; daadwerkelijk; door de behoefte vereist; essentieel; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; werkelijk; wezenlijk
vital cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist actief; beweeglijk; cruciaal; daadkrachtig; dynamisch; energiek; essentieel; intens; intensief; kardinaal; krachtig; levendig; levenskrachtig; met een krachtige uitwerking; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van levensbelang; vitaal; voornaamst; wezenlijk

vereist form of vereisen:

vereisen verb (vereis, vereist, vereiste, vereisten, vereist)

  1. vereisen (vergen; verlangen; eisen)
    exigir

Conjugations for vereisen:

o.t.t.
  1. vereis
  2. vereist
  3. vereist
  4. vereisen
  5. vereisen
  6. vereisen
o.v.t.
  1. vereiste
  2. vereiste
  3. vereiste
  4. vereisten
  5. vereisten
  6. vereisten
v.t.t.
  1. heb vereist
  2. hebt vereist
  3. heeft vereist
  4. hebben vereist
  5. hebben vereist
  6. hebben vereist
v.v.t.
  1. had vereist
  2. had vereist
  3. had vereist
  4. hadden vereist
  5. hadden vereist
  6. hadden vereist
o.t.t.t.
  1. zal vereisen
  2. zult vereisen
  3. zal vereisen
  4. zullen vereisen
  5. zullen vereisen
  6. zullen vereisen
o.v.t.t.
  1. zou vereisen
  2. zou vereisen
  3. zou vereisen
  4. zouden vereisen
  5. zouden vereisen
  6. zouden vereisen
en verder
  1. ben vereist
  2. bent vereist
  3. is vereist
  4. zijn vereist
  5. zijn vereist
  6. zijn vereist
diversen
  1. vereis!
  2. vereist!
  3. vereist
  4. vereisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vereisen:

NounRelated TranslationsOther Translations
exigir opvorderen; vordering
VerbRelated TranslationsOther Translations
exigir eisen; vereisen; vergen; verlangen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; vorderen

Wiktionary Translations for vereisen:

vereisen
verb
  1. nodig hebben

Cross Translation:
FromToVia
vereisen necesitar need — to have an absolute requirement for
vereisen preguntar; pedir demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.

Related Translations for vereist