Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. erg:
  2. Wiktionary:
French to Dutch:   more detail...
  1. erg:


Dutch

Detailed Translations for erg from Dutch to French

erg:


Translation Matrix for erg:

NounRelated TranslationsOther Translations
bien activa; bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
mal bezwaar; chagrijn; ergernis; grief; het klagen; inspanning; klacht; last; leed; moeite; ongemak; ongerief; pijn; pijn doen; soesa; zeer; zeer doen; ziekte
misérable deugniet; ellendeling; etter; etterbak; fielt; flierefluiter; geitenbreier; guit; klier; kreng; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; naarling; nietsnut; pauper; rakker; rotzak; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk
sérieux ernst; gedegenheid; grondigheid; serieusheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- naar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bien behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate aanlokkelijk; aardig; akkoord; bevallig; braaf; deugdzaam; gekuist; gereinigd; heerlijk; hemels; in orde; knap; kostelijk; lekker; leuk; lief; mee eens; mooi; netjes; overheerlijk; reuzelekker; schoon; smakelijk; sympathiek; verlokkend; verreweg; verrukkelijk; voorbeeldig; welgemaakt; zalig; zoet; zuiver
fort erg; fel; heftig; hevig; krachtig behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; excessief; extreem; fantastisch; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig
fortement erg; fel; heftig; hevig; krachtig behoorlijk; danig; duchtig; flink; heftig; hevig; hoogst; intens; intensief; stoer; ten zeerste; uitermate
fâcheux erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard bitter; boos; furieus; giftig; helaas; jammer; jammer genoeg; kwaad; nijdig; onverkwikkelijk; rampspoedig; razend; sneu; spijtig; spinnijdig; stuitend; toornig; vertoornd; vol tegenslag; woedend; woest; zeer boos; ziedend
grave erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard bitter ernstig; deftig; eerbiedwaardig; ernstig; plechtig; plechtstatig; serieus; statig; vol ernst; waardig; werkelijk menend; zeer plechtig
hautement behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate
inquiétant erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard angstaanjagend; angstwekkend; benard; benauwd; eng; ernstig; griezelig; hachelijk; kritiek; onrustbarend; ontstellend; penibel; schrikaanjagend; schrikwekkend; verontrustend; vreesaanjagend; vreeswekkend; zorgelijk; zorgwekkend
intense erg; fel; heftig; hevig; krachtig angstvallig; brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hanig; heftig; hevig; intens; intensief; nauwlettend; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend; vurig; warm; zorgvuldig
intensément erg; fel; heftig; hevig; krachtig heftig; hevig; intens; intensief
lamentable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig afgrijselijk; afschuwelijk; bedonderd; beklagenswaardig; belazerd; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; gruwelijk; hokkerig; jammerlijk; knudde; meelijwekkend; miserabel; stakkerig; verschrikkelijk; vreselijk; zielig
mal erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard bedorven; gemeen; kwaadwillig; kwalijk; leed aandoend; menstruerend; met slechte intentie; min; onaanvaardbaar; onacceptabel; ongepast; ongesteld; onkies; onvertogen; rot; rottig; slecht; snood; vals; vergaan; verkeerd; verrot
mauvais erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard arm; donker; dubieus; duister; gemeen; giftig; glibberig; inferieur; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; vals; venijnig; verdacht; verkeerd; zwak
minable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig achterbaks; armoedig; armzalig; bedonderd; belazerd; diep ongelukkig; doortrapt; droog; ellendig; flodderig; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; haveloos; in het geniep; leep; listig; luizig; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; verlopen
misérable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig akelig; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; flodderig; funest; futloos; haveloos; hokkerig; karig; kwijnend; lamlendig; lamzalig; luizig; lusteloos; mager; mat; meelijwekkend; miserabel; naar; noodlottig; ongelukkig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slap; verlopen
pitoyable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armzalig; bedonderd; beklagenswaardig; belazerd; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; erbarmelijk; jammerlijk; karig; mager; meelijwekkend; miserabel; ontzettend; pover; schamel; schraal; schriel; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; stakkerig; verschrikkelijk; vreselijk; zielig
sans valeur armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig waardeloos
sérieux erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard degelijk; deugdelijk; ernstig; gedegen; heel erg; serieus; van goede hoedanigheid; vol ernst; werkelijk menend
très behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; pijnlijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
vif erg; fel; heftig; hevig; krachtig actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; fel; ferm; flink; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hevig; hip; intens; intensief; kien; kittig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; modieus; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vitaal; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker
vivement erg; fel; heftig; hevig; krachtig actief; ad rem; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; heftig; hevig; intens; intensief; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; slagvaardig; tierig; vrolijk; wakker
véhément erg; fel; heftig; hevig; krachtig fel; geweldig; heftig; hevig; onbeheerst; onstuimig; verwoed

Related Words for "erg":


Synonyms for "erg":


Antonyms for "erg":


Related Definitions for "erg":

  1. heel veel, hevig1
    • ze had erge hoofdpijn1
  2. heel vervelend1
    • ik vind het erg dat hij boos is1

Wiktionary Translations for erg:

erg
adjective
  1. Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
  2. Qui peut avoir des conséquences fâcheuses.
  3. Plus grand ; plus important.
noun
  1. métrol|nocat=1 phys|fr unité de mesure de l’énergie du système CGS, définie comme le travail fait par la force de 1 dyne dans 1 centimètre, soit 10e|−7 joule, et dont le symbole est erg.
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
erg très very — to a high degree

Related Translations for erg



French

Detailed Translations for erg from French to Dutch

erg:


Synonyms for "erg":


Wiktionary Translations for erg:

erg
noun
  1. métrol|nocat=1 phys|fr unité de mesure de l’énergie du système CGS, définie comme le travail fait par la force de 1 dyne dans 1 centimètre, soit 10e|−7 joule, et dont le symbole est erg.