Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. onttrekking:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onttrekking from Dutch to French

onttrekking:

onttrekking [de ~ (v)] noun

  1. de onttrekking (onttrekken)
    la retraite; la démission; le fait de retirer

Translation Matrix for onttrekking:

NounRelated TranslationsOther Translations
démission onttrekken; onttrekking aftreden; aftreding; ontslaan van werknemers; ontslag; terugtreding; uitstoot; uittreding; vertrekken; weggaan
fait de retirer onttrekken; onttrekking
retraite onttrekken; onttrekking AOW; afscheiding; aftocht; afzondering; hoek; isolering; kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; ouderdomspensioen; ouderdomsrente; reinheid; retraite; retraitehuis; schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; teruggetrokkenheid; terugrit; terugtocht; toevlucht; toevluchtsoord; vrijplaats; wijkplaats; zedigheid

Related Words for "onttrekking":

  • onttrekkingen

Wiktionary Translations for onttrekking:

onttrekking
noun
  1. scheikunde|nld het geleidelijk ontnemen van iets