Dutch

Detailed Translations for opletten from Dutch to French

opletten:

opletten verb (let op, lette op, letten op, opgelet)

  1. opletten (aandachtig luisteren; toeluisteren)
  2. opletten (aandacht erbij houden)
  3. opletten (uitkijken voor; oppassen)
  4. opletten (in de gaten houden; in het oog houden; toezien)
    observer; regarder
    • observer verb (observe, observes, observons, observez, )
    • regarder verb (regarde, regardes, regardons, regardez, )
  5. opletten (bij de les blijven)
  6. opletten (hoeden voor)

Conjugations for opletten:

o.t.t.
  1. let op
  2. let op
  3. let op
  4. letten op
  5. letten op
  6. letten op
o.v.t.
  1. lette op
  2. lette op
  3. lette op
  4. letten op
  5. letten op
  6. letten op
v.t.t.
  1. heb opgelet
  2. hebt opgelet
  3. heeft opgelet
  4. hebben opgelet
  5. hebben opgelet
  6. hebben opgelet
v.v.t.
  1. had opgelet
  2. had opgelet
  3. had opgelet
  4. hadden opgelet
  5. hadden opgelet
  6. hadden opgelet
o.t.t.t.
  1. zal opletten
  2. zult opletten
  3. zal opletten
  4. zullen opletten
  5. zullen opletten
  6. zullen opletten
o.v.t.t.
  1. zou opletten
  2. zou opletten
  3. zou opletten
  4. zouden opletten
  5. zouden opletten
  6. zouden opletten
diversen
  1. let op!
  2. let op!
  3. opgelet
  4. oplettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opletten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
faire attention aandacht erbij houden; aandachtig luisteren; bij de les blijven; opletten; oppassen; toeluisteren; uitkijken voor oppassen; oppassen voor gevaar; uitkijken; voorzichtig zijn
ne pas relâcher son attention bij de les blijven; opletten
observer in de gaten houden; in het oog houden; opletten; toezien aankijken; aanschouwen; achten; bekijken; bemerken; bespeuren; bewaken; bezichtigen; blikken; blikken werpen; eerbiedigen; gadeslaan; gewaarworden; hoogachten; hoogschatten; horen; inspecteren; kijken; merken; nakomen; observeren; onderscheiden; ontwaren; opmerken; patrouilleren; respecteren; signaleren; staren; surveilleren; te zien krijgen; toekijken; toeschouwen; toezicht houden; toezien; turen; voelen; waarnemen; zien
regarder in de gaten houden; in het oog houden; opletten; toezien aanblikken; aangaan; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; betreffen; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; gadeslaan; inkijken; inspecteren; inzien; kijken; kijken naar; onderscheiden; ontwaren; opmerken; raken; schouwen; slaan op; staren; toekijken; toeschouwen; turen; zien
se garder de hoeden voor; opletten besparen; bezuinigen; korten; matigen
se méfier de hoeden voor; opletten wantrouwen
écouter bien aandachtig luisteren; opletten; toeluisteren
être attentif aandacht erbij houden; opletten oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn
- oppassen; uitkijken

Synonyms for "opletten":


Related Definitions for "opletten":

  1. je aandacht erbij houden1
    • jongens, allemaal even opletten als ik dit uitleg1

Wiktionary Translations for opletten:

opletten
verb
  1. bij voortduring aandachtig zijn
opletten
Cross Translation:
FromToVia
opletten guetter; tendre l'oreille listen — to expect or wait for a sound
opletten assurer make sure — to verify; to recheck; to use extra care or caution
opletten prêter attention; faire attention; être attentif pay attention — to be attentive
opletten regarder; observer watch — to observe
opletten surveiller watch — to attend or guard
opletten faire attention; prendre garde; faire gaffe watch — to be wary