Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vent:
  2. venten:
  3. Wiktionary:
French to Dutch:   more detail...
  1. vent:
  2. évent:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vent from Dutch to French

vent:

vent [de ~ (m)] noun

  1. de vent (kerel; knakker; man; )
    le monsieur; l'homme; le gars; le mec; le zèbre; le type
  2. de vent (sujet; heerschap)
    le sujet; le monsieur; le gaillard; l'homme; le type
  3. de vent (gozer; knakker; knul; kerel; goser)
    le gaillard; l'homme; le mec; le gars; le type
  4. de vent (manspersoon; man; kerel)
    l'homme; la personne du sexe masculin; l'individu

Translation Matrix for vent:

NounRelated TranslationsOther Translations
gaillard goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; sujet; vent deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd
gars gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent knullen
homme gast; goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; man; manspersoon; sujet; vent butler; herenknecht; iemand; individu; kamerbediende; kamerdienaar; levensgezel; levenspartner; man; mens; menselijk wezen; mensenkind; partner; persoon; wezen
individu kerel; man; manspersoon; vent butler; creatuur; eenling; enkeling; herenknecht; iemand; individu; kamerbediende; kamerdienaar; mens; menselijk wezen; mensenkind; persoon; schepsel; sterveling; wezen
mec gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent jongen; rakker
monsieur gast; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; man; sujet; vent meneer; mijnheer
personne du sexe masculin kerel; man; manspersoon; vent
sujet heerschap; sujet; vent onderdaan; onderwerp; onderwerp van een zin; thema
type gast; goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; man; sujet; vent aard; fatje; figuur; genre; gevaarte; heertje; individu; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; type
zèbre gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent
- kerel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
sujet onderwerp

Related Words for "vent":


Synonyms for "vent":


Related Definitions for "vent":

  1. stoere man1
    • Bas is een flinke vent1

Wiktionary Translations for vent:

vent
noun
  1. être humain mâle ; par opposition à la femme.
  2. didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.
  3. individu masculin
  4. homme dans l’espèce humaine.

Cross Translation:
FromToVia
vent mon pote dude — slang: term of address for a man
vent bougre; gars; mec guy — man
vent mec; type Kerl — eine männliche Person (Dieser Begriff kann sowohl eine positive als auch eine negative Konnotation tragen je nach Eigenschaft der Männlichkeit, die angesprochen wird.)

vent form of venten:

venten verb (vent, ventte, ventten, gevent)

  1. venten (huis-aan-huis-verkopen; leuren)
    colporter; vendre porte-à-porte
    • colporter verb (colporte, colportes, colportons, colportez, )

Conjugations for venten:

o.t.t.
  1. vent
  2. vent
  3. vent
  4. venten
  5. venten
  6. venten
o.v.t.
  1. ventte
  2. ventte
  3. ventte
  4. ventten
  5. ventten
  6. ventten
v.t.t.
  1. heb gevent
  2. hebt gevent
  3. heeft gevent
  4. hebben gevent
  5. hebben gevent
  6. hebben gevent
v.v.t.
  1. had gevent
  2. had gevent
  3. had gevent
  4. hadden gevent
  5. hadden gevent
  6. hadden gevent
o.t.t.t.
  1. zal venten
  2. zult venten
  3. zal venten
  4. zullen venten
  5. zullen venten
  6. zullen venten
o.v.t.t.
  1. zou venten
  2. zou venten
  3. zou venten
  4. zouden venten
  5. zouden venten
  6. zouden venten
diversen
  1. vent!
  2. vent!
  3. gevent
  4. ventend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for venten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
colporter huis-aan-huis-verkopen; leuren; venten colporteren; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; klikken; rondbrieven; rondvertellen; uitventen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
vendre porte-à-porte huis-aan-huis-verkopen; leuren; venten huis-aan-huis verkopen

Related Words for "venten":


Related Translations for vent



French

Detailed Translations for vent from French to Dutch

vent:

vent [le ~] noun

  1. le vent (vent orageux; vent de tempête; tempête)
    de wind; de stormwind

Translation Matrix for vent:

NounRelated TranslationsOther Translations
stormwind tempête; vent; vent de tempête; vent orageux
wind tempête; vent; vent de tempête; vent orageux brise; pet

Synonyms for "vent":


Wiktionary Translations for vent:

vent
noun
  1. Mouvement d’air
vent
noun
  1. stroming van lucht veroorzaakt door luchtdrukverschillen

Cross Translation:
FromToVia
vent wind WindMeteorologie: eine gerichtete Luftbewegung in der Atmosphäre
vent wind wind — movement of air

évent:

évent [le ~] noun

  1. l'évent (soupirail; trou; ventouse)
    het luchtgat; het luchtkanaal; ventilatiekanaal; de luchtkoker; de luchtbuis
  2. l'évent (conduit d'aération)
    tochtkanaal; het trekgat; het tochtgat

Translation Matrix for évent:

NounRelated TranslationsOther Translations
luchtbuis soupirail; trou; ventouse; évent
luchtgat soupirail; trou; ventouse; évent
luchtkanaal soupirail; trou; ventouse; évent
luchtkoker soupirail; trou; ventouse; évent
tochtgat conduit d'aération; évent
tochtkanaal conduit d'aération; évent
trekgat conduit d'aération; évent
ventilatiekanaal soupirail; trou; ventouse; évent

Wiktionary Translations for évent:

évent
noun
  1. (Zoologie) Ouverture pour l’échappement de l’air ou du gaz.

venté:


Synonyms for "venté":


éventé:


Synonyms for "éventé":


Related Translations for vent