Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. behoren bij:


Dutch

Detailed Translations for behoren bij from Dutch to French

behoren bij:

behoren bij verb (behoor bij, behoort bij, behoorde bij, behoorden bij, behoord bij)

  1. behoren bij (toebehoren aan; zijn van; behoren tot)

Conjugations for behoren bij:

o.t.t.
  1. behoor bij
  2. behoort bij
  3. behoort bij
  4. behoren bij
  5. behoren bij
  6. behoren bij
o.v.t.
  1. behoorde bij
  2. behoorde bij
  3. behoorde bij
  4. behoorden bij
  5. behoorden bij
  6. behoorden bij
v.t.t.
  1. heb behoord bij
  2. hebt behoord bij
  3. heeft behoord bij
  4. hebben behoord bij
  5. hebben behoord bij
  6. hebben behoord bij
v.v.t.
  1. had behoord bij
  2. had behoord bij
  3. had behoord bij
  4. hadden behoord bij
  5. hadden behoord bij
  6. hadden behoord bij
o.t.t.t.
  1. zal behoren bij
  2. zult behoren bij
  3. zal behoren bij
  4. zullen behoren bij
  5. zullen behoren bij
  6. zullen behoren bij
o.v.t.t.
  1. zou behoren bij
  2. zou behoren bij
  3. zou behoren bij
  4. zouden behoren bij
  5. zouden behoren bij
  6. zouden behoren bij
diversen
  1. behoor bij!
  2. behoort bij!
  3. behoord bij
  4. behorend bij
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for behoren bij:

VerbRelated TranslationsOther Translations
appartenir à behoren bij; behoren tot; toebehoren aan; zijn van behoren; thuishoren; toebehoren
compter parmi behoren bij; behoren tot; toebehoren aan; zijn van behoren; toebehoren
faire partie de behoren bij; behoren tot; toebehoren aan; zijn van behoren; thuishoren; toebehoren
être de behoren bij; behoren tot; toebehoren aan; zijn van thuishoren

Related Translations for behoren bij