Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beproeving:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beproeving from Dutch to French

beproeving:

beproeving [de ~ (v)] noun

  1. de beproeving (ernstige toetsing)
    l'épreuve; la rude épreuve
  2. de beproeving (kwelling; ergernis; grief; )
    le tourment; le châtiment; le calvaire

Translation Matrix for beproeving:

NounRelated TranslationsOther Translations
calvaire beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie lijdensweg; martelgang
châtiment beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie afstraffing; bestraffing; kastijding; straf; tuchtiging
rude épreuve beproeving; ernstige toetsing vuurproef
tourment beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie bekommernis; bezorgdheid; droefenis; foltering; kommer; marteling; ongerustheid; pijniging; treurnis; verdriet; verontrusting; zorg
épreuve beproeving; ernstige toetsing boetedoening; boetstraf; computertoets; drukproef; eindscriptie; leeroefening; opgave; proefdruk; scriptie; toets; verhandeling; werkstuk
OtherRelated TranslationsOther Translations
tourment kwelling

Related Words for "beproeving":


Wiktionary Translations for beproeving:

beproeving
Cross Translation:
FromToVia
beproeving ordalie ordeal — trial in which the accused was subjected to a dangerous test
beproeving punition punishment — harsh treatment or experience
beproeving épreuve trial — difficult experience
beproeving tribulation tribulation — adversity