Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. faciliteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for faciliteit from Dutch to French

faciliteit:

faciliteit [de ~ (v)] noun

  1. de faciliteit
    la facilités; l'équipements
  2. de faciliteit
    l'installation

Translation Matrix for faciliteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
facilités faciliteit
installation faciliteit assemblage; assembleren; bevestiging; beëdiging; eerbetoon; het bevestigen; het plaatsen; het stichten; het vastmaken; huldebetoon; huldiging; ingebruikname; inrichten; inrichting; installatie; instelling; montage; nederzetting; oprichting; plaatsing; samenstelling; samenvoeging; stichting; vestiging; woningdecoratie; woninginrichting
équipements faciliteit benodigdheden; materialen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
installation installatie

Related Words for "faciliteit":

  • faciliteiten

Wiktionary Translations for faciliteit:


Cross Translation:
FromToVia
faciliteit infrastructure; installation; pôle; centre facility — physical means of doing something
faciliteit ressource resource — something that one uses to achieve an objective
faciliteit facilité FazilitätWirtschaft/Finanzwesen: eine Erleichterung der Kreditbedingungen für einen Kunden