Dutch

Detailed Translations for genialiteit from Dutch to French

genialiteit:

genialiteit [de ~ (v)] noun

  1. de genialiteit (vernuft; vindingrijk vernuft)
    l'ingéniosité; la génialité; l'esprit; le don; le génie; le talent; l'intelligence; l'inventivité; l'esprit inventif

Translation Matrix for genialiteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
don genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft aanleg; aanvoelen; aardigheid; begaafdheid; bekwaamheid; cadeau; capaciteit; donatie; feeling; gave; geschenk; gevoel; gift; kado; knobbel; kundigheid; present; presentje; schenking; scherpzinnigheid; talent; verjaardagscadeau; vernuft
esprit genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft aardigheid; bewustzijn; brein; brille; confessie; denkvermogen; elf; elfje; geest; geestigheid; geestverschijning; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; genie; gezindheid; gezindte; grap; hersens; humor; inborst; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spiritus; spook; spookgestalte; spookverschijning; stemming; strekking; temperament; teneur; uiting van vrolijkheid; vernuft; verschijning; verstand
esprit inventif genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft brein; denkvermogen; geest; hersens; inventiviteit; vernuft; verstand; vindingrijkheid
génialité genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand
génie genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft brein; brille; denkvermogen; geest; geestverschijning; gemoedstoestand; geniaal persoon; genie; geniekorps; hersens; intellect; intelligentie; meesterbrein; schim; spook; spookverschijning; stemming; vernuft; verschijning; verstand
ingéniosité genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; brille; denkvermogen; geest; genie; gevatheid; gewiekstheid; goochemheid; hersens; idee; intellect; intelligentie; inventiviteit; inzicht; pienterheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid; vernuft; verstand; vindingrijkheid
intelligence genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft adremheid; begripsvermogen; bevattingsvermogen; bijdehandheid; brein; brille; denkvermogen; geest; geestvermogen; geestverschijning; gemoedstoestand; genie; gevatheid; gewiekstheid; goochemheid; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; pienterheid; rede; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schim; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; spook; spookverschijning; stemming; uitgeslapenheid; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; vlugheid
inventivité genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft creativiteit; inventiviteit; scheppend vermogen; scheppingskracht; scheppingsvermogen; vernuft; vindingrijkheid
talent genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft