Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. handreiken:


Dutch

Detailed Translations for handreiken from Dutch to French

handreiken:

handreiken verb

  1. handreiken (assisteren)
    assister; aider; venir en aide de
    • assister verb (assiste, assistes, assistons, assistez, )
    • aider verb (aide, aides, aidons, aidez, )

Translation Matrix for handreiken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aider assisteren; handreiken assisteren; behulpzaam zijn; bemoedigen; bijdragen; bijspringen; bijstaan; coöpereren; gedienstig zijn; goeddoen; helpen; iemand vervangen; liefdadigheids werk doen; meehelpen; meewerken; ondersteunen; opbeuren; seconderen; troosten; verder helpen; verderhelpen; vertroosten; vooruithelpen; weldoen
assister assisteren; handreiken assisteren; bedelen; begiftigen; behulpzaam zijn; beschenken; bijspringen; bijstaan; doorhelpen; gedienstig zijn; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
venir en aide de assisteren; handreiken assisteren; bijspringen; bijstaan; goeddoen; helpen; iemand vervangen; liefdadigheids werk doen; ondersteunen; seconderen; weldoen