Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. leegpompen:


Dutch

Detailed Translations for leegpompen from Dutch to French

leegpompen:

leegpompen verb (pomp leeg, pompt leeg, pompte leeg, pompten leeg, leeggepompt)

  1. leegpompen (uitpompen)
    vider; pomper
    • vider verb (vide, vides, vidons, videz, )
    • pomper verb (pompe, pompes, pompons, pompez, )

Conjugations for leegpompen:

o.t.t.
  1. pomp leeg
  2. pompt leeg
  3. pompt leeg
  4. pompen leeg
  5. pompen leeg
  6. pompen leeg
o.v.t.
  1. pompte leeg
  2. pompte leeg
  3. pompte leeg
  4. pompten leeg
  5. pompten leeg
  6. pompten leeg
v.t.t.
  1. heb leeggepompt
  2. hebt leeggepompt
  3. heeft leeggepompt
  4. hebben leeggepompt
  5. hebben leeggepompt
  6. hebben leeggepompt
v.v.t.
  1. had leeggepompt
  2. had leeggepompt
  3. had leeggepompt
  4. hadden leeggepompt
  5. hadden leeggepompt
  6. hadden leeggepompt
o.t.t.t.
  1. zal leegpompen
  2. zult leegpompen
  3. zal leegpompen
  4. zullen leegpompen
  5. zullen leegpompen
  6. zullen leegpompen
o.v.t.t.
  1. zou leegpompen
  2. zou leegpompen
  3. zou leegpompen
  4. zouden leegpompen
  5. zouden leegpompen
  6. zouden leegpompen
en verder
  1. is leeggepompt
  2. zijn leeggepompt
diversen
  1. pomp leeg!
  2. pompt leeg!
  3. leeggepompt
  4. leegpompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for leegpompen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
pomper leegpompen; uitpompen pompen; smokkelen
vider leegpompen; uitpompen gieten; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; leegplunderen; leegroven; leegstelen; leegstorten; legen; lossen; opdrinken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; plunderen; schenken; uitdrinken; uitgieten; uitgooien; uithalen; uitknijpen; uitladen; uitpersen; uitschenken; uitstorten; uitwerpen; uitzuigen