Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. metier:


Dutch

Detailed Translations for metier from Dutch to French

metier:

metier [het ~] noun

  1. het metier
    le métier; la profession; l'activités

Translation Matrix for metier:

NounRelated TranslationsOther Translations
activités metier aangelegenheden; affaires; bezigheden; bezigheid; werkzaamheden; zaken
métier metier ambacht; beroep; bezigheid; broodwinning; handel; handeldrijven; handelsverkeer; koophandel; kostwinning; métier; nering; ruilverkeer; stiel; vak; werk
profession metier ambacht; ambt; beroep; beroepsgroep; bezigheid; branche; métier; professie; stiel; vak; werk

Related Words for "metier":

  • metiers