Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ontzeggen:


Dutch

Detailed Translations for ontzeggen from Dutch to French

ontzeggen:

ontzeggen [znw.] noun

  1. ontzeggen
    le refus; l'interdiction; la privation

Translation Matrix for ontzeggen:

NounRelated TranslationsOther Translations
interdiction ontzeggen afhouden; beletten; ontzegging; verbod; weerhouden
privation ontzeggen misdeeldheid; nooddruft; ontbering; ontzegging
refus ontzeggen afkeuring; afslaan; afwijzen; afwijzing; blauwtje; ontzegging; rejectie; terugwijzen; terugwijzing; verwerping; verworpenheid; weigeren; weigering