Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. overnachting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overnachting from Dutch to French

overnachting:

overnachting [de ~ (v)] noun

  1. de overnachting
    la nuitée; le logement; le fait de passer la nuit; le coucher; la nuit

Translation Matrix for overnachting:

NounRelated TranslationsOther Translations
coucher overnachting
fait de passer la nuit overnachting
logement overnachting accommodatie; behuizing; gasthuis; herberg; huis; huisvesting; kwartier; logement; logies; onderbrenging; onderdak; onderkomen; residentie; tehuis; thuis; verblijf; verblijfplaats; woning; woonhuis
nuit overnachting deemstering; donker; donkerte; duister; duisternis; nacht
nuitée overnachting
VerbRelated TranslationsOther Translations
coucher deponeren; leggen; logeren; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; overnachten; plaatsen; stationeren; zetten

Related Words for "overnachting":

  • overnachtingen

Wiktionary Translations for overnachting:


Cross Translation:
FromToVia
overnachting nuitée; nuit night — night spent at a hotel