Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. plantage:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for plantage from Dutch to French

plantage:

plantage [de ~ (v)] noun

  1. de plantage
    la plantation; la culture; la cultivation

Translation Matrix for plantage:

NounRelated TranslationsOther Translations
cultivation plantage aankweken; aanplanten; culture; geestelijke vorming; kweken; ontplooiing; ontwikkeling; planten; telen; verbouwen; vooruitgang; vorming
culture plantage aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; aanplanten; begroeiing; beplanting; beschaving; civilisatie; culture; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; geboefte; gebroed; gespuis; gewas; gewassenverbouwing; grondbewerking; kweek; kweken; planten; poten; reproductie; schorriemorrie; teelt; telen; tuig; uitschot; vegetatie; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
plantation plantage aankweken; aanplant; aanplanten; aanplanting; beplanting; gewas; planten; poten; vegetatie

Related Words for "plantage":

  • plantages

Wiktionary Translations for plantage:


Cross Translation:
FromToVia
plantage plantation Plantage — forst- oder landwirtschaftlicher Großbetrieb, der Monokulturen anbaut
plantage plantation plantation — large farm