Dutch

Detailed Translations for rondneuzen from Dutch to French

rondneuzen:

rondneuzen verb (neus rond, neust rond, neusde rond, neusden rond, rondgeneusd)

  1. rondneuzen (rondkijken; struinen; om zich heen kijken; rondscharrelen; rondsnuffelen)
    regarder autour de soi; flairer çà et là; fureter; fouiner; chercher
    • fureter verb (furète, furètes, furetons, furetez, )
    • fouiner verb (fouine, fouines, fouinons, fouinez, )
    • chercher verb (cherche, cherches, cherchons, cherchez, )

Conjugations for rondneuzen:

o.t.t.
  1. neus rond
  2. neust rond
  3. neust rond
  4. neuzen rond
  5. neuzen rond
  6. neuzen rond
o.v.t.
  1. neusde rond
  2. neusde rond
  3. neusde rond
  4. neusden rond
  5. neusden rond
  6. neusden rond
v.t.t.
  1. heb rondgeneusd
  2. hebt rondgeneusd
  3. heeft rondgeneusd
  4. hebben rondgeneusd
  5. hebben rondgeneusd
  6. hebben rondgeneusd
v.v.t.
  1. had rondgeneusd
  2. had rondgeneusd
  3. had rondgeneusd
  4. hadden rondgeneusd
  5. hadden rondgeneusd
  6. hadden rondgeneusd
o.t.t.t.
  1. zal rondneuzen
  2. zult rondneuzen
  3. zal rondneuzen
  4. zullen rondneuzen
  5. zullen rondneuzen
  6. zullen rondneuzen
o.v.t.t.
  1. zou rondneuzen
  2. zou rondneuzen
  3. zou rondneuzen
  4. zouden rondneuzen
  5. zouden rondneuzen
  6. zouden rondneuzen
diversen
  1. neus rond!
  2. neust rond!
  3. rondgeneusd
  4. rondneuzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rondneuzen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
chercher om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen aankomen; afhalen en meenemen; afzoeken; bezoeken; inlopen; langskomen; naslaan; naspeuren; nasporen; onderzoeken; op bezoek komen; ophalen; oppikken; opzoeken; rondzien; voorbijkomen; zich oriënteren; zien te vinden; zoeken
flairer çà et là om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen
fouiner om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen aan de zwerf zijn; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; rechercheren; rommelen; rondzwerven; scharrelen van kip; snuffelen; speuren; verdwaald zijn; zwerven
fureter om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen besniffelen; besnuffelen; graaien; grabbelen; naspeuring doen; neuzen; rechercheren; scharrelen van kip; snuffelen; snuffen; speuren; verdwaald zijn
regarder autour de soi om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen rondzien; zich oriënteren