Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. speculeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for speculeren from Dutch to French

speculeren:

speculeren verb (speculeer, speculeert, speculeerde, speculeerden, gespeculeerd)

  1. speculeren (met aandelen spelen)
    soupçonner; spéculer; deviner; jouer; faire des spéculations
    • soupçonner verb (soupçonne, soupçonnes, soupçonnons, soupçonnez, )
    • spéculer verb (spécule, spécules, spéculons, spéculez, )
    • deviner verb (devine, devines, devinons, devinez, )
    • jouer verb (joue, joues, jouons, jouez, )

Conjugations for speculeren:

o.t.t.
  1. speculeer
  2. speculeert
  3. speculeert
  4. speculeren
  5. speculeren
  6. speculeren
o.v.t.
  1. speculeerde
  2. speculeerde
  3. speculeerde
  4. speculeerden
  5. speculeerden
  6. speculeerden
v.t.t.
  1. heb gespeculeerd
  2. hebt gespeculeerd
  3. heeft gespeculeerd
  4. hebben gespeculeerd
  5. hebben gespeculeerd
  6. hebben gespeculeerd
v.v.t.
  1. had gespeculeerd
  2. had gespeculeerd
  3. had gespeculeerd
  4. hadden gespeculeerd
  5. hadden gespeculeerd
  6. hadden gespeculeerd
o.t.t.t.
  1. zal speculeren
  2. zult speculeren
  3. zal speculeren
  4. zullen speculeren
  5. zullen speculeren
  6. zullen speculeren
o.v.t.t.
  1. zou speculeren
  2. zou speculeren
  3. zou speculeren
  4. zouden speculeren
  5. zouden speculeren
  6. zouden speculeren
en verder
  1. ben gespeculeerd
  2. bent gespeculeerd
  3. is gespeculeerd
  4. zijn gespeculeerd
  5. zijn gespeculeerd
  6. zijn gespeculeerd
diversen
  1. speculeer!
  2. speculeert!
  3. gespeculeerd
  4. speculerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for speculeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
deviner met aandelen spelen; speculeren adviseren; afwegen; doorhebben; doorzien; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; suggereren
faire des spéculations met aandelen spelen; speculeren een gok wagen; gokken
jouer met aandelen spelen; speculeren acteren; doen alsof; dramatiseren; een gok wagen; een rol vertolken; gokken; komedie spelen; met geld spelen; opspelen; opspelen kaartspel; optreden; performen; spelen; tokkelen; toneelspelen; zich aanstellen
soupçonner met aandelen spelen; speculeren beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken
spéculer met aandelen spelen; speculeren een gok wagen; gissen; gissing maken; gokken; met geld spelen; raden

Wiktionary Translations for speculeren:

speculeren
verb
  1. inzetten op een bepaalde kans, meestal met hoog risico
speculeren
verb
  1. Faire l’agiotage.
  2. Traductions à trier suivant le sens.

Cross Translation:
FromToVia
speculeren imaginer imagine — (intransitive) to guess

Related Translations for speculeren