Dutch

Detailed Translations for taaiheid from Dutch to French

taaiheid:

taaiheid [de ~ (v)] noun

  1. de taaiheid (uithoudingsvermogen)
    l'endurance; la ténacité; la résistance
  2. de taaiheid (volharding; vasthoudendheid; aanhouden; uithouding; volhardendheid)
    la persistance; la persévérance; la ténacité; l'obstination

Translation Matrix for taaiheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
endurance taaiheid; uithoudingsvermogen incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen
obstination aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding bokkigheid; eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid; halsstarrigheid; hardhoofdigheid; hardnekkigheid; koppigheid; stijfhoofdigheid; stijfkoppigheid; verhardheid; verstoktheid; weerbarstigheid; weerspannigheid
persistance aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding persistentie; voortduren
persévérance aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding
résistance taaiheid; uithoudingsvermogen afweer; afweren; bedenking; bestand zijn; bestendigheid; bezwaar; illegaliteit; incasseringsvermogen; ondergronds verzet; onwettigheid; opstand; rebellie; sabotage; tegendruk; tegengewicht; tegenstand; tegenwerking; tegenwicht; veerkracht; verdedigen; verweren; verzet; verzetsbeweging; weerstand; weerstandsvermogen; weren
ténacité aanhouden; taaiheid; uithouding; uithoudingsvermogen; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding beslistheid; doorzettingsvermogen; hechtheid; soliditeit; standvastigheid; stevigheid; trekvastheid; vastberadenheid; vastheid; vasthoudendheid; volharding

Related Words for "taaiheid":


Wiktionary Translations for taaiheid:


Cross Translation:
FromToVia
taaiheid ductilité ductility — ability of a material to be drawn out longitudinally to a reduced section without fracture under the action of a tensile force

taai:


Translation Matrix for taai:

NounRelated TranslationsOther Translations
rebelle herrieschopper; muiter; oproerkraaier; opstandeling; opstandelinge; rebel; rebelle; rustverstoorder; stokebrand
récalcitrant weigeraar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
d'une façon récalcitrante onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai koppig; onbestuurbaar; onwillig; rebellerend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
en rebelle onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onwillig; rebellerend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
ennuyeusement langdradig; saai; taai; zonder afleiding afgezaagd; eentonig; ergerlijk; irritant; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend
ennuyeux langdradig; saai; taai; zonder afleiding afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; ergerlijk; flauw; geestdodend; hinderlijk; irritant; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; onaangenaam; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; stom; storend; suf; vervelend
fastidieusement langdradig; saai; taai; zonder afleiding
fastidieux langdradig; saai; taai; zonder afleiding arbeidsintensief
fixe onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bestendig; chagrijnig; definitief; geconcentreerd; ingespannen; knorrig; korzelig; nors; nurks; onafgewend; onveranderlijk; permanent; star; strak; van sterk gehalte; vastgesteld; vaststaand; verdiept; verstard
fixement onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai star; strak; verstard
impassible onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bedaard; chagrijnig; emotieloos; gelijkmoedig; gerust; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; kalm; knorrig; koel; koelbloedig; korzelig; koud; liefdeloos; luchthartig; nors; nurks; onaandoenlijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onbekommerd; onberoerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; onderkoeld; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; ongevoelig; onverschillig; onverschrokken; onverstoord; onverzwakt; rustig; star; strak; verstard; vrijuit; zielloos; zorgeloos
indocile onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; onhandelbaar; tegendraads
inflexible onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; koppig; onbuigbaar; onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; onwillig; streng; strikt; stringent; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
insoumis onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
insubordonnée onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig
intransigeant onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
inébranlable onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bestendig; ferm; fiks; flink; kordaat; onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onomstotelijk; onveranderlijk; onwankelbaar; onweerlegbaar; onwrikbaar; pal; rotsvast; standvastig; stevig; vasthoudend; volhardend
languissamment langdradig; saai; taai; zonder afleiding
lassant langdradig; saai; taai; zonder afleiding eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend
monotone langdradig; saai; taai; zonder afleiding afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend
obstiné onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai aanhoudend; bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; voortdurend; weerbarstig
raide onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afgemeten; beschonken; bezopen; chagrijnig; dronken; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; krukkig; ladderzat; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbeholpen; onhandig; opgemeten; platzak; schutterig; slungelig; star; stijf; stijfjes; stijve; strak; stram; stroef; stumperig; stuntelig; sukkelig; verstard; zat
rebelle onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai baanbrekend; bokkig; dwars; koppig; onwillig; rebellerend; revolutionair; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
retenu onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afgehouden; bescheiden; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; geremd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingehouden; ingetogen; kies; koel; stemmig; terughoudend; terughoudende
revêche onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; grimmig; koppig; onwillig; tegendraads; verbeten; weerbarstig; weerspannig
rigide onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai chagrijnig; fel; gestreng; hanig; knorrig; korzelig; met grote juistheid; nauwgezet; niet toegevend; nors; nurks; onvermurwbaar; pinnig; scherp; snibbig; star; strak; streng; strikt; stringent; verstard; vinnig; vlijmend; volgens de regels
récalcitrant onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; ongehoorzaam; ongezeglijk; onhandelbaar; onwillig; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
réservé onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; nuchter; opzijgezet; stemmig; stil; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zakelijk; zwijgend; zwijgzaam
réticent onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onwillig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
serré onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai beklemd; bekneld; bekrompen; benepen; chagrijnig; dringend; eng; geklemd; kleingeestig; kleinzielig; klemgereden; klemgezet; klemmend; knorrig; korzelig; krap; met spoed; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; smal; smalletjes; spoedeisend; strak; urgent; van geringe breedte
taciturne onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai geheimzinnig; geluidloos; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; stil; stilzwijgend; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam
tenace onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai ferm; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; kordaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend
tendu onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bespannen; chagrijnig; geconcentreerd; gespannen; gestrekt; gestressd; ingespannen; knorrig; korzelig; nors; nurks; opgejaagd; uitgerekt; van sterk gehalte; verdiept
têtu onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
à contrecoeur onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; ongaarne; onwillig; rebellerend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Related Words for "taai":


Wiktionary Translations for taai:

taai
adjective
  1. Qui cause de l’ennui.

Cross Translation:
FromToVia
taai rassis; rance; croupi; vicié; défraîchi stale — having lost its freshness
taai épais; pâteux; visqueux zäh — langsam, schwerfällig fließend