Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitharden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitharden from Dutch to French

uitharden:

uitharden verb (hard uit, hardt uit, hardde uit, hardden uit, uitgehard)

  1. uitharden (harden; stalen)
    tremper; durcir
    • tremper verb (trempe, trempes, trempons, trempez, )
    • durcir verb (durcis, durcit, durcissons, durcissez, )

Conjugations for uitharden:

o.t.t.
  1. hard uit
  2. hardt uit
  3. hardt uit
  4. harden uit
  5. harden uit
  6. harden uit
o.v.t.
  1. hardde uit
  2. hardde uit
  3. hardde uit
  4. hardden uit
  5. hardden uit
  6. hardden uit
v.t.t.
  1. ben uitgehard
  2. bent uitgehard
  3. is uitgehard
  4. zijn uitgehard
  5. zijn uitgehard
  6. zijn uitgehard
v.v.t.
  1. was uitgehard
  2. was uitgehard
  3. was uitgehard
  4. waren uitgehard
  5. waren uitgehard
  6. waren uitgehard
o.t.t.t.
  1. zal uitharden
  2. zult uitharden
  3. zal uitharden
  4. zullen uitharden
  5. zullen uitharden
  6. zullen uitharden
o.v.t.t.
  1. zou uitharden
  2. zou uitharden
  3. zou uitharden
  4. zouden uitharden
  5. zouden uitharden
  6. zouden uitharden
diversen
  1. hard uit!
  2. hardt uit!
  3. uitgehard
  4. uithardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitharden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
durcir harden; stalen; uitharden hard worden; verharden; verstarren; verstenen; verstijven
tremper harden; stalen; uitharden bevochtigen; dippen; dompelen; dompelen in; dompen; doordrenken; doortrekken met vloeistof; doorweken; drenken; impregneren; in de week zetten; indompelen; kantelen; kiepen; nat maken; omver kiepen; onderdompelen; onderduwen; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken

Wiktionary Translations for uitharden:


Cross Translation:
FromToVia
uitharden recuit temper — heat treatment