Dutch

Detailed Translations for woeligheid from Dutch to French

woeligheid:


woelig:


Translation Matrix for woelig:

NounRelated TranslationsOther Translations
actif actieve vorm; activum; bedrijvende vorm; boedel; huisraad; inboedel
nerveux neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
actif onrustig; roerig; woelig actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; beweeglijk; bezig; daadkrachtig; druk; dynamisch; energiek; levendig; nijver; noest; snelwerkend; werkend; werkzaam
ModifierRelated TranslationsOther Translations
affairé onrustig; roerig; woelig actief; bedrijvig; bezig; druk
agité bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig geagiteerd; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; hard; hardop; hectisch; jachtig; levendig; luid; luidkeels; ongedurig; uit volle borst; verhit
animé onrustig; roerig; woelig actief; bedrijvig; bevlogen; beweeglijk; bezet; bezield; bezig; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; enthousiast; fideel; fleurig; geanimeerd; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; rumoerig; tierig; uitgelaten; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
d'une manière agitée bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig geagiteerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; levendig; verhit
mouvementé bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bekakt; bewogen; dikdoenerig; geaffecteerd; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd
nerveuse onrustig; roerig; woelig
nerveux onrustig; roerig; woelig gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; nerveus; ongedurig; onrustig; schichtig; schrikachtig; vreesachtig; zenuwachtig
remuant onrustig; roerig; woelig actief; beweeglijk; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; spartelend; tierig; vrolijk
sans relâche onrustig; roerig; woelig aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; rusteloos; steeds; voortdurend
sans repos onrustig; roerig; woelig rusteloos
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; monter; ongedurig; opgetogen; opgewekt; rumoerig; stoeiziek; tierig; uitbundig; uitgelaten; vrolijk

Related Words for "woelig":


Wiktionary Translations for woelig:

woelig
adjective
  1. Qui est dans quelques troubles, dans quelques agitations d’esprit, soit par craintes, soit par irrésolutions et incertitudes.
  2. Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).