Dutch

Detailed Synonyms for misleiden in Dutch

misleiden:

misleiden verb (misleid, misleidt, misleidde, misleidden, misleid)

  1. misleiden
    afzetten; misleiden; bedriegen; besodemieteren; zwendelen; oplichten; beduvelen; belazeren; bedonderen
    • afzetten verb (zet af, zette af, zetten af, afgezet)
    • misleiden verb (misleid, misleidt, misleidde, misleidden, misleid)
    • bedriegen verb (bedrieg, bedriegt, bedroog, bedrogen, bedrogen)
    • besodemieteren verb (besodemieter, besodemietert, besodemieterde, besodemieterden, besodemieterd)
    • zwendelen verb (zwendel, zwendelt, zwendelde, zwendelden, gezwendeld)
    • oplichten verb (licht op, lichtte op, lichtten op, opgelicht)
    • beduvelen verb (beduvel, beduvelt, beduvelde, beduvelden, beduveld)
    • belazeren verb (belazer, belazert, belazerde, belazerden, belazerd)
    • bedonderen verb (bedonder, bedondert, bedonderde, bedonderden, bedonderd)
  2. misleiden
    misleiden; op een dwaalspoor zetten; om de tuin leiden
  3. misleiden
    – op een gemene manier niet eerlijk zijn 1
    bedriegen; misleiden
    – op een gemene manier niet eerlijk zijn 1
    • bedriegen verb (bedrieg, bedriegt, bedroog, bedrogen, bedrogen)
      • ik vertrouw hem nooit meer, hij heeft mij bedrogen1
    • misleiden verb (misleid, misleidt, misleidde, misleidden, misleid)
      • hij heeft mij misleid met zijn verhaal1

Conjugations for misleiden:

o.t.t.
  1. misleid
  2. misleidt
  3. misleidt
  4. misleiden
  5. misleiden
  6. misleiden
o.v.t.
  1. misleidde
  2. misleidde
  3. misleidde
  4. misleidden
  5. misleidden
  6. misleidden
v.t.t.
  1. heb misleid
  2. hebt misleid
  3. heeft misleid
  4. hebben misleid
  5. hebben misleid
  6. hebben misleid
v.v.t.
  1. had misleid
  2. had misleid
  3. had misleid
  4. hadden misleid
  5. hadden misleid
  6. hadden misleid
o.t.t.t.
  1. zal misleiden
  2. zult misleiden
  3. zal misleiden
  4. zullen misleiden
  5. zullen misleiden
  6. zullen misleiden
o.v.t.t.
  1. zou misleiden
  2. zou misleiden
  3. zou misleiden
  4. zouden misleiden
  5. zouden misleiden
  6. zouden misleiden
en verder
  1. ben misleid
  2. bent misleid
  3. is misleid
  4. zijn misleid
  5. zijn misleid
  6. zijn misleid
diversen
  1. misleid!
  2. misleidt!
  3. misleid
  4. misleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "misleiden":


Related Definitions for "misleiden":

  1. op een gemene manier niet eerlijk zijn1
    • hij heeft mij misleid met zijn verhaal1