Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. op zijn bek gaan:


Dutch

Detailed Synonyms for op zijn bek gaan in Dutch

op zijn bek gaan:

op zijn bek gaan verb

  1. op zijn bek gaan
    vallen; op zijn bek gaan; ten val komen; onderuitgaan
    • vallen verb (val, valt, viel, vielen, gevallen)
    • ten val komen verb (kom ten val, komt ten val, kwam ten val, kwamen ten val, ten val gekomen)
    • onderuitgaan verb (ga onderuit, gaat onderuit, ging onderuit, gingen onderuit, onderuit gegaan)

Related Synonyms for op zijn bek gaan