Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate opofferen

Synonyms for opofferen in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. opofferen:

Dutch

Detailed Synonyms for opofferen in Dutch

opofferen:

opofferen verb (offer op, offert op, offerde op, offerden op, opgeofferd)

  1. opofferen
    opofferen; opgeven; prijsgeven
    • opofferen verb (offer op, offert op, offerde op, offerden op, opgeofferd)
    • opgeven verb (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • prijsgeven verb (geef prijs, geeft prijs, gaf prijs, gaven prijs, prijs gegeven)

Conjugations for opofferen:

o.t.t.
  1. offer op
  2. offert op
  3. offert op
  4. offeren op
  5. offeren op
  6. offeren op
o.v.t.
  1. offerde op
  2. offerde op
  3. offerde op
  4. offerden op
  5. offerden op
  6. offerden op
v.t.t.
  1. heb opgeofferd
  2. hebt opgeofferd
  3. heeft opgeofferd
  4. hebben opgeofferd
  5. hebben opgeofferd
  6. hebben opgeofferd
v.v.t.
  1. had opgeofferd
  2. had opgeofferd
  3. had opgeofferd
  4. hadden opgeofferd
  5. hadden opgeofferd
  6. hadden opgeofferd
o.t.t.t.
  1. zal opofferen
  2. zult opofferen
  3. zal opofferen
  4. zullen opofferen
  5. zullen opofferen
  6. zullen opofferen
o.v.t.t.
  1. zou opofferen
  2. zou opofferen
  3. zou opofferen
  4. zouden opofferen
  5. zouden opofferen
  6. zouden opofferen
en verder
  1. ben opgeofferd
  2. bent opgeofferd
  3. is opgeofferd
  4. zijn opgeofferd
  5. zijn opgeofferd
  6. zijn opgeofferd
diversen
  1. offer op!
  2. offert op!
  5. opgeofferd
  6. opofferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0437 seconds
Page rendered in 1.0 seconds