Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. supplementeren:


Dutch

Detailed Synonyms for supplementeren in Dutch

supplementeren:

supplementeren verb (supplementeer, supplementeert, supplementeerde, supplementeerden, gesupplementeerd)

  1. supplementeren
    supplementeren
    • supplementeren verb (supplementeer, supplementeert, supplementeerde, supplementeerden, gesupplementeerd)

Conjugations for supplementeren:

o.t.t.
  1. supplementeer
  2. supplementeert
  3. supplementeert
  4. supplementeren
  5. supplementeren
  6. supplementeren
o.v.t.
  1. supplementeerde
  2. supplementeerde
  3. supplementeerde
  4. supplementeerden
  5. supplementeerden
  6. supplementeerden
v.t.t.
  1. heb gesupplementeerd
  2. hebt gesupplementeerd
  3. heeft gesupplementeerd
  4. hebben gesupplementeerd
  5. hebben gesupplementeerd
  6. hebben gesupplementeerd
v.v.t.
  1. had gesupplementeerd
  2. had gesupplementeerd
  3. had gesupplementeerd
  4. hadden gesupplementeerd
  5. hadden gesupplementeerd
  6. hadden gesupplementeerd
o.t.t.t.
  1. zal supplementeren
  2. zult supplementeren
  3. zal supplementeren
  4. zullen supplementeren
  5. zullen supplementeren
  6. zullen supplementeren
o.v.t.t.
  1. zou supplementeren
  2. zou supplementeren
  3. zou supplementeren
  4. zouden supplementeren
  5. zouden supplementeren
  6. zouden supplementeren
en verder
  1. ben gesupplementeerd
  2. bent gesupplementeerd
  3. is gesupplementeerd
  4. zijn gesupplementeerd
  5. zijn gesupplementeerd
  6. zijn gesupplementeerd
diversen
  1. supplementeer!
  2. supplementeert!
  3. gesupplementeerd
  4. supplementerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze