Dutch

Detailed Synonyms for verdelen in Dutch

verdelen:

verdelen verb (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)

  1. verdelen
    distribueren; verdelen; uitreiken; ronddelen
    • distribueren verb (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)
    • verdelen verb (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • uitreiken verb (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • ronddelen verb (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
  2. verdelen
    verdelen; verkavelen; kavelen
    • verdelen verb (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • verkavelen verb (verkavel, verkavelt, verkavelde, verkavelden, verkaveld)
    • kavelen verb (kavel, kavelt, kavelde, kavelden, gekaveld)
  3. verdelen
    verdelen; ronddelen; uitreiken; uitdelen; rondgeven; rondreiken
    • verdelen verb (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • ronddelen verb (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
    • uitreiken verb (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • uitdelen verb (deel uit, deelt uit, deelde uit, deelden uit, uitgedeeld)
    • rondgeven verb (geef rond, geeft rond, gaf rond, gaven rond, rondgegeven)
    • rondreiken verb (reik rond, reikt rond, reikte rond, reikten rond, rondgereikt)
  4. verdelen
    verdelen; distribueren
    • verdelen verb (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • distribueren verb (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)

Conjugations for verdelen:

o.t.t.
  1. verdeel
  2. verdeelt
  3. verdeelt
  4. verdelen
  5. verdelen
  6. verdelen
o.v.t.
  1. verdeelde
  2. verdeelde
  3. verdeelde
  4. verdeelden
  5. verdeelden
  6. verdeelden
v.t.t.
  1. heb verdeeld
  2. hebt verdeeld
  3. heeft verdeeld
  4. hebben verdeeld
  5. hebben verdeeld
  6. hebben verdeeld
v.v.t.
  1. had verdeeld
  2. had verdeeld
  3. had verdeeld
  4. hadden verdeeld
  5. hadden verdeeld
  6. hadden verdeeld
o.t.t.t.
  1. zal verdelen
  2. zult verdelen
  3. zal verdelen
  4. zullen verdelen
  5. zullen verdelen
  6. zullen verdelen
o.v.t.t.
  1. zou verdelen
  2. zou verdelen
  3. zou verdelen
  4. zouden verdelen
  5. zouden verdelen
  6. zouden verdelen
diversen
  1. verdeel!
  2. verdeelt!
  3. verdeeld
  4. verdelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for verdelen