Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. het onderspit delven:


Dutch

Detailed Translations for het onderspit delven from Dutch to Swedish

het onderspit delven:

het onderspit delven verb (delf het onderspit, delft het onderspit, delfde het onderspit, delfden het onderspit, het onderspit gedelfd)

  1. het onderspit delven (bezwijken; tenondergaan; afleggen)
    kollapsa; falla ihop; bryta ihop
    • kollapsa verb (kollapsar, kollapsade, kollapsat)
    • falla ihop verb (faller ihop, föll ihop, fallit ihop)
    • bryta ihop verb (bryter ihop, bröt ihop, brutit ihop)
  2. het onderspit delven (strijd verliezen; tenondergaan)
    utgå som förlorare

Conjugations for het onderspit delven:

o.t.t.
  1. delf het onderspit
  2. delft het onderspit
  3. delft het onderspit
  4. delven het onderspit
  5. delven het onderspit
  6. delven het onderspit
o.v.t.
  1. delfde het onderspit
  2. delfde het onderspit
  3. delfde het onderspit
  4. delfden het onderspit
  5. delfden het onderspit
  6. delfden het onderspit
v.t.t.
  1. heb het onderspit gedelfd
  2. hebt het onderspit gedelfd
  3. heeft het onderspit gedelfd
  4. hebben het onderspit gedelfd
  5. hebben het onderspit gedelfd
  6. hebben het onderspit gedelfd
v.v.t.
  1. had het onderspit gedelfd
  2. had het onderspit gedelfd
  3. had het onderspit gedelfd
  4. hadden het onderspit gedelfd
  5. hadden het onderspit gedelfd
  6. hadden het onderspit gedelfd
o.t.t.t.
  1. zal het onderspit delven
  2. zult het onderspit delven
  3. zal het onderspit delven
  4. zullen het onderspit delven
  5. zullen het onderspit delven
  6. zullen het onderspit delven
o.v.t.t.
  1. zou het onderspit delven
  2. zou het onderspit delven
  3. zou het onderspit delven
  4. zouden het onderspit delven
  5. zouden het onderspit delven
  6. zouden het onderspit delven
diversen
  1. delf het onderspit!
  2. delft het onderspit!
  3. het onderspit gedelfd
  4. het onderspit delvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for het onderspit delven:

NounRelated TranslationsOther Translations
falla ihop samenvallen
kollapsa instorting; neervallen
VerbRelated TranslationsOther Translations
bryta ihop afleggen; bezwijken; het onderspit delven; tenondergaan
falla ihop afleggen; bezwijken; het onderspit delven; tenondergaan inkalven; omlaagstorten; vallen
kollapsa afleggen; bezwijken; het onderspit delven; tenondergaan desintegreren; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; ten gronde gaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vallen; verzakken
utgå som förlorare het onderspit delven; strijd verliezen; tenondergaan

Related Translations for het onderspit delven