Dutch

Detailed Translations for houding from Dutch to Swedish

houding:

houding [de ~ (v)] noun

  1. de houding (stellingname; standpuntbepaling; standpunt; )
    position; ställning; ståndpunkt
  2. de houding (gedrag; besturing; leiding; rijrichting; plan)
    kurs; värde
  3. de houding (lichaamshouding; standje; stand; pose)
    hållning; postyr
  4. de houding (mentaliteit; instelling)
    mentalitet

Translation Matrix for houding:

NounRelated TranslationsOther Translations
hållning houding; lichaamshouding; pose; stand; standje figuur; gedaante; postuur; uiterlijk
kurs besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting cursus; koers; koersnotering; kursus; leergang; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; richting; route; studie
mentalitet houding; instelling; mentaliteit geesteshouding
position bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema baan; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; job; ligging; positie; staat; toestand
postyr houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
ställning bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema hefinstallatie; latwerk; ligging; pijnbank; positie; rek; stellage; stelling
ståndpunkt bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema aspect; facet; gezindheid; opzicht; overtuiging; vaststaande mening
värde besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting belang; betekenis; waarde; zin
- attitude

Related Words for "houding":


Synonyms for "houding":

  • attitude

Related Definitions for "houding":

  1. hoe je tegenover iemand of iets staat1
    • zijn houding tegenover de kinderen bevalt me niet1
  2. de stand van je lichaam1
    • hij heeft een slechte houding, hij loopt krom1

Wiktionary Translations for houding:


Cross Translation:
FromToVia
houding inställning; attityd attitude — disposition or state of mind
houding kroppsställning stance — manner, posture, or pose in which one stands
houding hållning attitudesituation, position du corps.
houding ställning; position positionsituation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
houding förfäringssätt; beteende; uppförande procédéconduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.
houding ans tenue — Traductions à trier suivant le sens.