Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. konterkarieren:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for konterkarieren from German to Dutch

konterkarieren:

konterkarieren verb

  1. konterkarieren (entgegenarbeiten; behindern; entgegenwirken; hintertreiben)
    tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen
    • tegenwerken verb (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • dwarsbomen verb (dwarsboom, dwarsboomt, dwarsboomde, dwarsboomden, gedwarsboomd)
    • dwarsliggen verb (lig dwars, ligt dwars, lag dwars, lagen dwars, dwarsgelegen)

Translation Matrix for konterkarieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dwarsbomen behindern; entgegenarbeiten; entgegenwirken; hintertreiben; konterkarieren
dwarsliggen behindern; entgegenarbeiten; entgegenwirken; hintertreiben; konterkarieren
tegenwerken behindern; entgegenarbeiten; entgegenwirken; hintertreiben; konterkarieren Widerstand leisten; auflehnen; aufmucken; aufmucksen; entgegenarbeiten; entgegenwirken; komplizieren; sichwidersetzen; umstellen

Synonyms for "konterkarieren":


Wiktionary Translations for konterkarieren:


Cross Translation:
FromToVia
konterkarieren doorkruisen cross — contradict or frustrate the plans of
konterkarieren dwarsbomen thwart — to prevent; to halt; to cause failure