Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. indemnificate:


English

Detailed Translations for indemnificate from English to Dutch

indemnificate:

indemnificate verb

  1. indemnificate (reimburse; restitute; repay; )
    terugbetalen; vergoeden; schadeloosstellen; afkopen
    • terugbetalen verb (betaal terug, betaalt terug, betaalde terug, betaalden terug, terugbetaald)
    • vergoeden verb (vergoed, vergoedt, vergoedde, vergoedden, vergoed)
    • schadeloosstellen verb (stel schadeloos, stelt schadeloos, stelde schadeloos, stelden schadeloos, schadeloosgesteld)
    • afkopen verb (koop af, koopt af, kocht af, kochten af, afgekocht)

Translation Matrix for indemnificate:

NounRelated TranslationsOther Translations
afkopen buying off; redemption
vergoeden compensating for; compensation; reimbursement; repayment
VerbRelated TranslationsOther Translations
afkopen buy off; compensate; indemnificate; make good; reimburse; repay; restitute buy them out; compensate; indemnify; reimburse; repay
schadeloosstellen buy off; compensate; indemnificate; make good; reimburse; repay; restitute buy them out; compensate; indemnify; reimburse; repay
terugbetalen buy off; compensate; indemnificate; make good; reimburse; repay; restitute
vergoeden buy off; compensate; indemnificate; make good; reimburse; repay; restitute compensate for; counterbalance; make good