Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. coladores:
  2. colador:
  3. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for coladores from Spanish to Dutch

coladores:

coladores [el ~] noun

  1. el coladores (escurridores)
    de zeven; de theezeefjes

Translation Matrix for coladores:

NounRelated TranslationsOther Translations
theezeefjes coladores; escurridores
zeven coladores; escurridores
VerbRelated TranslationsOther Translations
zeven filtrar
OtherRelated TranslationsOther Translations
zeven siete

Related Words for "coladores":


coladores form of colador:

colador [el ~] noun

  1. el colador (escurridor)
    de zeef; klens; de vergiet; de zever
  2. el colador (escurridor)
    het vergieten; tranen vergieten; het geschrei

Translation Matrix for colador:

NounRelated TranslationsOther Translations
geschrei colador; escurridor
klens colador; escurridor
tranen vergieten colador; escurridor
vergiet colador; escurridor
vergieten colador; escurridor
zeef colador; escurridor
zever colador; escurridor
VerbRelated TranslationsOther Translations
vergieten derramar; desperdiciar; echar agua al las plantas; verter

Related Words for "colador":


Wiktionary Translations for colador:

colador
noun
  1. een voorwerp met kleine gaatjes waar water of gassen doorheen kunnen om gezuiverd te worden
  2. huishouden|nld uitdruipbak met gaatjes in de bodem
  3. een voorwerp met veel gaatjes voor het scheiden van een vloeistof of fijn poeder van de zich de daarin bevindende grotere vaste delen

Cross Translation:
FromToVia
colador vergiet colander — a bowl-shaped kitchen utensil with holes in it used for draining food such as pasta
colador zeef sieve — device to separate larger objects