Translate regularidad from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

regularidad:
- orde; regelmaat; geleidelijkheid; regelmatigheid; gelijkmatigheid; gelijkheid; kalmte; gelijkmoedigheid; onverstoorbaarheid; middelmatigheid; middelmaat; doorsnee
Wiktionary:
- regularidad → regelmatigheid
- regularidad → accuratesse, nauwgezetheid, stiptheid, zorgvuldigheid

Spanish

Detailed Translations for regularidad from Spanish to Dutch

la regularidad (orden)
de orde; de regelmaat
- orde [de ~] noun
- regelmaat [de ~] noun
la regularidad
de geleidelijkheid
- geleidelijkheid [de ~ (v)] noun
la regularidad
de regelmatigheid
- regelmatigheid [de ~ (v)] noun
la regularidad (constancia)
de gelijkmatigheid; de gelijkheid
- gelijkmatigheid [de ~ (v)] noun
- gelijkheid [de ~ (v)] noun
la regularidad (constancia; serenidad; ecuanimidad; imperturbabilidad)
de gelijkmatigheid; de kalmte; de gelijkmoedigheid; de onverstoorbaarheid
- gelijkmatigheid [de ~ (v)] noun
- kalmte [de ~ (v)] noun
- gelijkmoedigheid [de ~ (v)] noun
- onverstoorbaarheid [de ~ (v)] noun
la regularidad (mediocridad)
de middelmatigheid; de middelmaat; de doorsnee
- middelmatigheid [de ~ (v)] noun
- middelmaat [de ~] noun
- doorsnee [de ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
doorsnee	mediocridad; regularidad	corte; término medio
geleidelijkheid	regularidad
gelijkheid	constancia; regularidad	congruencia; equivalencia; homogeneidad; identidad; igualdad; paridad; semejanza
gelijkmatigheid	constancia; ecuanimidad; imperturbabilidad; regularidad; serenidad
gelijkmoedigheid	constancia; ecuanimidad; imperturbabilidad; regularidad; serenidad
kalmte	constancia; ecuanimidad; imperturbabilidad; regularidad; serenidad	calma; paz; serenidad; silencio; tranquilidad
middelmaat	mediocridad; regularidad
middelmatigheid	mediocridad; regularidad
onverstoorbaarheid	constancia; ecuanimidad; imperturbabilidad; regularidad; serenidad
orde	orden; regularidad	agrupación; asociación; asociación de artesanos; capa; categoría; clase; clase social; club; cofradía; compañía; condición social; cordón circunvalatorio; círculo; grupo; instrucción; norma; orden; regla; regulación; sociedad; unión
regelmaat	orden; regularidad
regelmatigheid	regularidad
Modifier	Related Translations	Other Translations
doorsnee		en promedio; mediano; medio; mediocre; modal; promedio; regular

regularidad

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• regularidad	→ accuratesse; nauwgezetheid; stiptheid; zorgvuldigheid	↔ régularité — conformité à un ordre, à des règles, soit naturelles, soit de convention ; constance ; uniformité.