Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. hôpital:
  2. Wiktionary:


French

Detailed Translations for hôpital from French to Dutch

hôpital:

hôpital [le ~] noun

  1. l'hôpital (infirmerie)
    het ziekenhuis
    – gebouw waar zieken worden onderzocht, behandeld en verpleegd 1
    • ziekenhuis [het ~] noun
      • hij ligt al een week in het ziekenhuis1
    het hospitaal; het gasthuis

Translation Matrix for hôpital:

NounRelated TranslationsOther Translations
gasthuis hôpital; infirmerie hébergement; logement
hospitaal hôpital; infirmerie
ziekenhuis hôpital; infirmerie établissement hospitalier

Synonyms for "hôpital":


Wiktionary Translations for hôpital:

hôpital
noun
  1. établissement hospitalier où les malades, les blesser soigner.
hôpital
noun
  1. instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken

Cross Translation:
FromToVia
hôpital ziekenhuis; gasthuis; hospitaal hospital — building
hôpital ziekenhuis; hospitaal Krankenhaus — Gebäude oder Gebäudekomplex, in dem Kranke behandelt oder beherbergt werden

Related Translations for hôpital