Dutch

Detailed Translations for bijdragen from Dutch to German

bijdragen:

bijdragen verb (draag bij, draagt bij, droeg bij, droegen bij, bijgedragen)

  1. bijdragen
    beitragen; einbringen
    • beitragen verb (trage bei, trägst bei, trägt bei, trug bei, trugt bei, beigetragen)
    • einbringen verb (bringe ein, bringst ein, bringt ein, bracht ein, brachtet ein, eingebracht)
  2. bijdragen (meehelpen)
    mithelfen; assistieren
    • mithelfen verb (helfe mit, hilfst, hilft, half mit, halft mit, mitgeholfen)
    • assistieren verb (assistiere, assistierst, assistiert, assistierte, assistiertet, assistiert)
  3. bijdragen (iets in te brengen hebben; inbrengen)
    beitragen
    • beitragen verb (trage bei, trägst bei, trägt bei, trug bei, trugt bei, beigetragen)

Conjugations for bijdragen:

o.t.t.
  1. draag bij
  2. draagt bij
  3. draagt bij
  4. dragen bij
  5. dragen bij
  6. dragen bij
o.v.t.
  1. droeg bij
  2. droeg bij
  3. droeg bij
  4. droegen bij
  5. droegen bij
  6. droegen bij
v.t.t.
  1. heb bijgedragen
  2. hebt bijgedragen
  3. heeft bijgedragen
  4. hebben bijgedragen
  5. hebben bijgedragen
  6. hebben bijgedragen
v.v.t.
  1. had bijgedragen
  2. had bijgedragen
  3. had bijgedragen
  4. hadden bijgedragen
  5. hadden bijgedragen
  6. hadden bijgedragen
o.t.t.t.
  1. zal bijdragen
  2. zult bijdragen
  3. zal bijdragen
  4. zullen bijdragen
  5. zullen bijdragen
  6. zullen bijdragen
o.v.t.t.
  1. zou bijdragen
  2. zou bijdragen
  3. zou bijdragen
  4. zouden bijdragen
  5. zouden bijdragen
  6. zouden bijdragen
diversen
  1. draag bij!
  2. draagt bij!
  3. bijgedragen
  4. bijdragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijdragen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
assistieren bijdragen; meehelpen assisteren; bijspringen; handreiken; meehelpen
beitragen bijdragen; iets in te brengen hebben; inbrengen assisteren; bijspringen; bijstaan; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
einbringen bijdragen aandragen; aanvoeren; brengen; compenseren; distribueren; doen in; goedmaken; iets in te brengen hebben; inbrengen; indoen; instoppen; inwinnen; langs brengen; meebrengen; naar voren brengen; opbrengen; opleveren; opperen; poneren; ronddelen; trachten te krijgen; uitreiken; verdelen; vergoeden
mithelfen bijdragen; meehelpen assisteren; bijspringen; bijstaan; gerieven; helpen; meehelpen; ondersteunen; seconderen; weldoen

Related Words for "bijdragen":


Wiktionary Translations for bijdragen:

bijdragen
verb
  1. een aandeel leveren

Cross Translation:
FromToVia
bijdragen beisteuern; beitragen contribute — to give something, that is or becomes part of a larger whole
bijdragen Beitragen; Beitrag contribution — the act of contributing
bijdragen beizutragen; zusammenarbeiten; mitwirken contribueraider, de quelque manière que ce soit, à l’exécution, au succès d’un dessein, d’une entreprise ; avoir part à un certain résultat.

bijdrage:

bijdrage [de ~] noun

  1. de bijdrage (lidmaatschapsgeld; contributie)
    der Beitrag; der Einsatz; der Anteil; die Einlage; Eingebrachte
  2. de bijdrage (jaarlijkse contributie)
    die Jahresbeitrag
  3. de bijdrage (inbreng; aandeel)
    Anteil; Kontingent; Stück

Translation Matrix for bijdrage:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anteil aandeel; bijdrage; contributie; inbreng; lidmaatschapsgeld aandeel; band; basisbestanddeel; bestanddeel; boekdeel; component; deel; deelname; deelneming; element; erfdeel; erfenis; fractie; gedeelte; groeifonds; ingrediënt; onderdeel; part; participatie; portie; stuk; vennootschapsaandeel; volume; wat iemand erft
Beitrag bijdrage; contributie; lidmaatschapsgeld bericht
Eingebrachte bijdrage; contributie; lidmaatschapsgeld
Einlage bijdrage; contributie; lidmaatschapsgeld belegging; geld inzetten; geldbelegging; inlay; inlegging; inlegkapitaal; inlegwerk; investering; inzetten; mozaïek
Einsatz bijdrage; contributie; lidmaatschapsgeld bouwterrein; bouwwerk; devotie; gebied; gebouw; genegenheid; ijver; inzet; inzetstuk; kavel; overgave; pand; perceel; pot; poule; speelgeld; terrein; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
Jahresbeitrag bijdrage; jaarlijkse contributie
Kontingent aandeel; bijdrage; inbreng contingent; quota; quotum
Stück aandeel; bijdrage; inbreng aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bon; brok; brokje; component; coupon; deel; deeltje; drama; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; kleine brok; klont; lap; moot; onderdeel; onderdeeltje; part; plak; schouwspel; segment; stuk; stuk stof; suikerklontje; toneelstuk; tranche

Related Words for "bijdrage":


Related Definitions for "bijdrage":

  1. het aandeel dat je ergens in hebt1
    • we vragen een financiële bijdrage voor Afrika1

Wiktionary Translations for bijdrage:


Cross Translation:
FromToVia
bijdrage Beitrag contribution — something given or offered that adds to a larger whole
bijdrage Beitrag; [[finanziell Beitrag]] contribution — an amount of money given toward something
bijdrage Beitragen; Beitrag contribution — the act of contributing