Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. wasgoed:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wasgoed from Dutch to German

wasgoed:

wasgoed [het ~] noun

  1. het wasgoed (was)
    die Wäsche
  2. het wasgoed (goed)
    die Wäsche; Kleider; die Kleidung

Translation Matrix for wasgoed:

NounRelated TranslationsOther Translations
Kleider goed; wasgoed gewaad; goed; jurken; kleding; kleren; plunje; tenue
Kleidung goed; wasgoed confectie; confectiekleding; gewaad; goed; kledij; kleding; kledingstuk; kleren; plunje; tenue; uitdossing
Wäsche goed; was; wasgoed linnen; linnengoed

Wiktionary Translations for wasgoed:


Cross Translation:
FromToVia
wasgoed Wäsche laundry — that which needs to be laundered

Related Translations for wasgoed