Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bedoelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bedoelen from Dutch to German

bedoelen:

bedoelen verb (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)

  1. bedoelen (ergens iets mee willen zeggen)
    beabsichtigen; bezwecken
    • beabsichtigen verb (beabsichtige, beabsichtigst, beabsichtigt, beabsichtigte, beabsichtigtet, beabsichtigt)
    • bezwecken verb (bezwecke, bezweckst, bezweckt, bezweckte, bezwecktet, bezweckt)
  2. bedoelen (ten doel hebben; beogen)
    beabsichtigen; der Meinung sein; erstreben; anstreben; bezwecken; annehmen
    • beabsichtigen verb (beabsichtige, beabsichtigst, beabsichtigt, beabsichtigte, beabsichtigtet, beabsichtigt)
    • der Meinung sein verb (bin der Meinung, bist der Meinung, ist der Meinung, war der Meinung, wart der Meinung, der Meinung gewesen)
    • erstreben verb
    • anstreben verb (strebe an, strebst an, strebt an, strebte an, strebtet an, angestrebt)
    • bezwecken verb (bezwecke, bezweckst, bezweckt, bezweckte, bezwecktet, bezweckt)
    • annehmen verb (nehme an, nimmst an, nimmt an, nahm an, nahmt an, angenommen)

Conjugations for bedoelen:

o.t.t.
  1. bedoel
  2. bedoelt
  3. bedoelt
  4. bedoelen
  5. bedoelen
  6. bedoelen
o.v.t.
  1. bedoelde
  2. bedoelde
  3. bedoelde
  4. bedoelden
  5. bedoelden
  6. bedoelden
v.t.t.
  1. heb bedoeld
  2. hebt bedoeld
  3. heeft bedoeld
  4. hebben bedoeld
  5. hebben bedoeld
  6. hebben bedoeld
v.v.t.
  1. had bedoeld
  2. had bedoeld
  3. had bedoeld
  4. hadden bedoeld
  5. hadden bedoeld
  6. hadden bedoeld
o.t.t.t.
  1. zal bedoelen
  2. zult bedoelen
  3. zal bedoelen
  4. zullen bedoelen
  5. zullen bedoelen
  6. zullen bedoelen
o.v.t.t.
  1. zou bedoelen
  2. zou bedoelen
  3. zou bedoelen
  4. zouden bedoelen
  5. zouden bedoelen
  6. zouden bedoelen
diversen
  1. bedoel!
  2. bedoelt!
  3. bedoeld
  4. bedoelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bedoelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
annehmen bedoelen; beogen; ten doel hebben aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanvatten; accepteren; adopteren; beantwoorden; betogen; cadeau aannemen; demonstreren; geloven; gissen; gissing maken; in ontvangst nemen; krijgen; naar voren brengen; ontvangen; opnemen; opperen; opstrijken; opvangen; poneren; postuleren; raden; stellen; uitgaan van; veronderstellen; vooronderstellen
anstreben bedoelen; beogen; ten doel hebben aflopen; ambiëren; gericht werpen; ijveren; koers zetten naar; mikken; mikken op; streven; streven naar; vervoegen; zich begeven naar
beabsichtigen bedoelen; beogen; ergens iets mee willen zeggen; ten doel hebben aansturen op; doel beogen; viseren; voornemen
bezwecken bedoelen; beogen; ergens iets mee willen zeggen; ten doel hebben aansturen op; doel beogen; viseren
der Meinung sein bedoelen; beogen; ten doel hebben menen; van mening zijn
erstreben bedoelen; beogen; ten doel hebben gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; najagen; nastreven; streven; streven naar; trachten te verkrijgen; vervolgen

Related Definitions for "bedoelen":

  1. willen dat hij snapt waarover je het hebt1
    • wat bedoel je precies?1

Wiktionary Translations for bedoelen:

bedoelen
verb
  1. met een woord of toespeling iets of iemand aanduiden of proberen aan te duiden
  2. iets met een bepaald oogmerk doen

Cross Translation:
FromToVia
bedoelen meinen; beabsichtigen mean — to signify
bedoelen bedeuten mean — to convey, indicate
bedoelen bedeuten vouloir dire — Signifier