Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. celebreren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for celebreren from Dutch to German

celebreren:

celebreren verb (celebreer, celebreert, celebreerde, celebreerden, gecelebreerd)

  1. celebreren (vieren; feesten; feestvieren)
    feiern; zelebrieren; einFestfeiern
    • feiern verb (feiere, feierst, feiert, feierte, feiertet, gefeiert)
    • zelebrieren verb (zelebriere, zelebrierst, zelebriert, zelebrierte, zelebriertet, zelebriert)

Conjugations for celebreren:

o.t.t.
  1. celebreer
  2. celebreert
  3. celebreert
  4. celebreren
  5. celebreren
  6. celebreren
o.v.t.
  1. celebreerde
  2. celebreerde
  3. celebreerde
  4. celebreerden
  5. celebreerden
  6. celebreerden
v.t.t.
  1. heb gecelebreerd
  2. hebt gecelebreerd
  3. heeft gecelebreerd
  4. hebben gecelebreerd
  5. hebben gecelebreerd
  6. hebben gecelebreerd
v.v.t.
  1. had gecelebreerd
  2. had gecelebreerd
  3. had gecelebreerd
  4. hadden gecelebreerd
  5. hadden gecelebreerd
  6. hadden gecelebreerd
o.t.t.t.
  1. zal celebreren
  2. zult celebreren
  3. zal celebreren
  4. zullen celebreren
  5. zullen celebreren
  6. zullen celebreren
o.v.t.t.
  1. zou celebreren
  2. zou celebreren
  3. zou celebreren
  4. zouden celebreren
  5. zouden celebreren
  6. zouden celebreren
diversen
  1. celebreer!
  2. celebreert!
  3. gecelebreerd
  4. celebrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for celebreren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einFestfeiern celebreren; feesten; feestvieren; vieren
feiern celebreren; feesten; feestvieren; vieren aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afdanken; afvloeien; bejubelen; bemoedigen; congé geven; eruit gooien; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; laten vieren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; van zijn positie verdrijven; vieren
zelebrieren celebreren; feesten; feestvieren; vieren

Wiktionary Translations for celebreren:

celebreren
verb
  1. plechtig herdenken

Cross Translation:
FromToVia
celebreren zelebrieren; festlich begehen; feiern célébrer — (transitive)
celebreren feiern fêtercélébrer une fête.