Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gedienstig zijn:


Dutch

Detailed Translations for gedienstig zijn from Dutch to German

gedienstig zijn:

gedienstig zijn verb (ben gedienstig, bent gedienstig, is gedienstig, was gedienstig, waren gedienstig, gedienstig geweest)

  1. gedienstig zijn (behulpzaam zijn)
    helfen; behiflich sein

Conjugations for gedienstig zijn:

o.t.t.
  1. ben gedienstig
  2. bent gedienstig
  3. is gedienstig
  4. zijn gedienstig
  5. zijn gedienstig
  6. zijn gedienstig
o.v.t.
  1. was gedienstig
  2. was gedienstig
  3. was gedienstig
  4. waren gedienstig
  5. waren gedienstig
  6. waren gedienstig
v.t.t.
  1. ben gedienstig geweest
  2. bent gedienstig geweest
  3. is gedienstig geweest
  4. zijn gedienstig geweest
  5. zijn gedienstig geweest
  6. zijn gedienstig geweest
v.v.t.
  1. was gedienstig geweest
  2. was gedienstig geweest
  3. was gedienstig geweest
  4. waren gedienstig geweest
  5. waren gedienstig geweest
  6. waren gedienstig geweest
o.t.t.t.
  1. zal gedienstig zijn
  2. zult gedienstig zijn
  3. zal gedienstig zijn
  4. zullen gedienstig zijn
  5. zullen gedienstig zijn
  6. zullen gedienstig zijn
o.v.t.t.
  1. zou gedienstig zijn
  2. zou gedienstig zijn
  3. zou gedienstig zijn
  4. zouden gedienstig zijn
  5. zouden gedienstig zijn
  6. zouden gedienstig zijn
diversen
  1. ben gedienstig!
  2. gedienstig geweest
  3. gedienstig zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gedienstig zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
behiflich sein behulpzaam zijn; gedienstig zijn
helfen behulpzaam zijn; gedienstig zijn assisteren; behelpen; believen; bijspringen; bijstaan; blij maken; gerieven; goeddoen; helpen; iemand een genoegen doen; iemand plezieren; liefdadigheids werk doen; meehelpen; moeten; nuttig zijn; ondersteunen; seconderen; weldoen; willen

Related Translations for gedienstig zijn