Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. nasporing:


Dutch

Detailed Translations for nasporing from Dutch to German

nasporing:

nasporing [znw.] noun

  1. nasporing (opsporing; speurwerk; traceerwerk)
    die Fahndung; die Nachforschung; die Ermittlung

Translation Matrix for nasporing:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ermittlung nasporing; opsporing; speurwerk; traceerwerk gerechtelijk onderzoek
Fahndung nasporing; opsporing; speurwerk; traceerwerk speurtocht; zoektocht
Nachforschung nasporing; opsporing; speurwerk; traceerwerk inspectie; navorsing; onderzoek

Related Words for "nasporing":

  • nasporingen