Dutch

Detailed Translations for optreden from Dutch to German

optreden:

optreden [het ~] noun

  1. het optreden (gedragswijze; gedrag; handelwijze; manier)
    die Verhaltensweise; die Haltung

optreden verb (treed op, treedt op, trad op, traden op, opgetreden)

  1. optreden (te werk gaan; werken; opereren; )
    funktionieren; vorgehen; arbeiten; tun
    • funktionieren verb (funktioniere, funktionierst, funktioniert, funktionierte, funktioniertet, funktioniert)
    • vorgehen verb (gehe vor, gehst vor, geht vor, gang vor, ganget vor, vorgegangen)
    • arbeiten verb (arbeite, arbeitest, arbeitet, arbeitete, arbeitetet, gearbeitet)
    • tun verb (tue, tuest, tut, tat, tatet, getan)
  2. optreden (performen; spelen)
    auftreten; spielen
    • auftreten verb (trete auf, trittst auf, tritt auf, trat auf, tratet auf, aufgetreten)
    • spielen verb (spiele, spielst, spielt, spielte, spieltet, gespielt)

Conjugations for optreden:

o.t.t.
  1. treed op
  2. treedt op
  3. treedt op
  4. treden op
  5. treden op
  6. treden op
o.v.t.
  1. trad op
  2. trad op
  3. trad op
  4. traden op
  5. traden op
  6. traden op
v.t.t.
  1. ben opgetreden
  2. bent opgetreden
  3. is opgetreden
  4. zijn opgetreden
  5. zijn opgetreden
  6. zijn opgetreden
v.v.t.
  1. was opgetreden
  2. was opgetreden
  3. was opgetreden
  4. waren opgetreden
  5. waren opgetreden
  6. waren opgetreden
o.t.t.t.
  1. zal optreden
  2. zult optreden
  3. zal optreden
  4. zullen optreden
  5. zullen optreden
  6. zullen optreden
o.v.t.t.
  1. zou optreden
  2. zou optreden
  3. zou optreden
  4. zouden optreden
  5. zouden optreden
  6. zouden optreden
en verder
  1. heb opgetreden
  2. hebt opgetreden
  3. heeft opgetreden
  4. hebben opgetreden
  5. hebben opgetreden
  6. hebben opgetreden
diversen
  1. treed op!
  2. treedt op!
  3. opgetreden
  4. optredend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for optreden:

NounRelated TranslationsOther Translations
Haltung gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden figuur; gedaante; houding; instelling; lichaamshouding; mentaliteit; pose; postuur; stand; standje; uiterlijk
Verhaltensweise gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
VerbRelated TranslationsOther Translations
arbeiten handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken arbeiden; werken
auftreten optreden; performen; spelen acteren; een rol vertolken; figureren; fungeren; opentrappen; optreden als; optreden tegen; toneelspelen
funktionieren handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken dienst doen; functioneren
spielen optreden; performen; spelen acteren; doen alsof; dramatiseren; een rol vertolken; excelleren; fingeren; gokken; met geld spelen; onderscheiden; overtreffen; schitteren; simuleren; spelen; toneelspelen; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken; veinzen; voorwenden; zich aanstellen
tun handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken aanwenden; ageren; arbeiden; benutten; doen; functioneren; gebruik maken van; gebruiken; handelen; in het leven roepen; maken; scheppen; toepassen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; werken
vorgehen handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken voorrang hebben

Related Words for "optreden":

  • optredens

Synonyms for "optreden":


Related Definitions for "optreden":

  1. er iets tegen doen1
    • we moeten optreden tegen dat lawaai1
  2. een uitvoering geven1
    • de zanger heeft hier gisteren opgetreden1
  3. vanzelf gebeuren1
    • er treedt een daling van temperatuur op1

Wiktionary Translations for optreden:

optreden
verb
  1. voor een publiek bepaalde handelingen verrichten, bijvoorbeeld in kunstzinnige zin

Cross Translation:
FromToVia
optreden spielen act — to perform a theatrical role
optreden fungieren; benehmen; spielen act — to behave in a certain way
optreden erscheinen; auftauchen appear — To come before the public
optreden Auftritt gig — performing engagement by a musical group
optreden spielen play — act in a performance
optreden Schauspiel play — theatrical performance
optreden Anerbieten; Antrag; Gebot; Aufführung; Darbietung; Vorlegung; Vorstellung; Präsentation; Darreichung; Darstellung; Offerte offreaction d’offrir.
optreden operieren; machen; tun; stellen; bereiten; wirken; einwirken; erwirken; wirksam sein; Wirkung ausüben; agieren; handeln; verfahren; vorgehen; tätig sein; sich verhalten opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.

Related Translations for optreden