Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. straktrekken:


Dutch

Detailed Translations for straktrekken from Dutch to German

straktrekken:

straktrekken [znw.] noun

  1. straktrekken (aantrekken)
    Anziehen; Strackziehen; der Ruck

Translation Matrix for straktrekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anziehen aantrekken; straktrekken aandoen; aankleden; aanschroeven; aantrekken; accelereren; haal; kleden; optrekken; ruk; trek; vastschroeven; versnellen
Ruck aantrekken; straktrekken haal; hort; ruk; schok; schokkende beweging; stoot; trek
Strackziehen aantrekken; straktrekken