Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. toonschaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toonschaal from Dutch to German

toonschaal:

toonschaal [de ~] noun

  1. de toonschaal (toonladder; ladder)
    die Tonleiter; die Skala
  2. de toonschaal (toonladder; ladder; gamma; octaaf)
    die Farbskala; Farbspektrum

Translation Matrix for toonschaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
Farbskala gamma; ladder; octaaf; toonladder; toonschaal gamma; kleurengamma; kleurenschaal; kleurenspectrum; kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint
Farbspektrum gamma; ladder; octaaf; toonladder; toonschaal gamma; kleurengamma; kleurenschaal; kleurenspectrum; kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint
Skala ladder; toonladder; toonschaal gamma; graad; gradatie; kleurenschaal; kleurenspectrum; laag; mate; niveau; peil; plan; scala; schaalverdeling; spectrum; stand
Tonleiter ladder; toonladder; toonschaal

Related Words for "toonschaal":

  • toonschalen

Wiktionary Translations for toonschaal:

toonschaal
noun
  1. een volgens bepaalde schema stijgende of dalende opeenvolging van tonen