Dutch

Detailed Translations for verheerlijkt from Dutch to German

verheerlijkt:


Translation Matrix for verheerlijkt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
glorreich glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig glorierijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; roemrijk; roemvol; schitterend
gottselig glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig devoot; geestelijk; gelovig; gelukzalig; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; godzalig; kerkelijk; religieus; verrukt; vroom; zalig; zielsgelukkig
heilig glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig gewijd; heilig
herrlich glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig aangenaam; aanzienlijk; adelijk; behaaglijk; beroemd; doorluchtig; fijn; gaaf; gedistingeerd; gewichtig; glorierijk; goddelijk; heerlijk; hemels; hooggeplaatst; illuster; kostelijk; lekker; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; oogverblindend; overheerlijk; paradijselijk; plechtig; plechtstatig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; reuzelekker; roemrijk; roemvol; schitterend; slank en smal; smakelijk; statig; tof; verblindend; verheven; verrukkelijk; voornaam; zalig; zeer plechtig
himmlisch glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig engelachtig; goddelijk; heerlijk; hemels; lief; mieters; paradijselijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
köstlich glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; mieters; onbetaalbaar; onschatbaar; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
selig glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig gelukzalig; verrukt; zalig; zielsgelukkig
verherrlicht glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig
wonnig glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig

verheerlijken:

verheerlijken verb (verheerlijk, verheerlijkt, verheerlijkte, verheerlijkten, verheerlijkt)

  1. verheerlijken (met een roze bril bezien; romantiseren)
    verherrlichen; romantisieren; durch eine rosa Brille besehen

Conjugations for verheerlijken:

o.t.t.
  1. verheerlijk
  2. verheerlijkt
  3. verheerlijkt
  4. verheerlijken
  5. verheerlijken
  6. verheerlijken
o.v.t.
  1. verheerlijkte
  2. verheerlijkte
  3. verheerlijkte
  4. verheerlijkten
  5. verheerlijkten
  6. verheerlijkten
v.t.t.
  1. heb verheerlijkt
  2. hebt verheerlijkt
  3. heeft verheerlijkt
  4. hebben verheerlijkt
  5. hebben verheerlijkt
  6. hebben verheerlijkt
v.v.t.
  1. had verheerlijkt
  2. had verheerlijkt
  3. had verheerlijkt
  4. hadden verheerlijkt
  5. hadden verheerlijkt
  6. hadden verheerlijkt
o.t.t.t.
  1. zal verheerlijken
  2. zult verheerlijken
  3. zal verheerlijken
  4. zullen verheerlijken
  5. zullen verheerlijken
  6. zullen verheerlijken
o.v.t.t.
  1. zou verheerlijken
  2. zou verheerlijken
  3. zou verheerlijken
  4. zouden verheerlijken
  5. zouden verheerlijken
  6. zouden verheerlijken
diversen
  1. verheerlijk!
  2. verheerlijkt!
  3. verheerlijkt
  4. verheerlijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verheerlijken [znw.] noun

  1. verheerlijken (roemen; prijzen)
    Preisen; Rühmen; Verherrlichen

Translation Matrix for verheerlijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Preisen prijzen; roemen; verheerlijken
Rühmen prijzen; roemen; verheerlijken
Verherrlichen prijzen; roemen; verheerlijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
durch eine rosa Brille besehen met een roze bril bezien; romantiseren; verheerlijken
romantisieren met een roze bril bezien; romantiseren; verheerlijken
verherrlichen met een roze bril bezien; romantiseren; verheerlijken

Wiktionary Translations for verheerlijken:


Cross Translation:
FromToVia
verheerlijken loben; preisen; rühmen; verherrlichen glorifierhonorer, célébrer par de grandes louanges.