Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zojuist:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zojuist from Dutch to German

zojuist:

zojuist adv

  1. zojuist (daarnet; pas; juist; net; zonet)
  2. zojuist (zoëven; zonet)

Translation Matrix for zojuist:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- laatst
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- nauwelijks; onlangs
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- net; pas
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gerade daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet accuraat; eerlijk; frank; glad neerliggend; juist; lineair; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; nog maar pas; onvermurwbaar; op het moment; open; oprecht; overeind; precies; rechtaan; rechtop; rechtschapen; rechttoe; secuur; sluik; staand; streng; strikt; stringent; zopas; zoëven
geradeeben zojuist; zonet; zoëven
neulich daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
soeben zojuist; zonet; zoëven juist; zoëven
vorhin daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet

Synonyms for "zojuist":


Antonyms for "zojuist":


Related Definitions for "zojuist":

  1. nog maar korte tijd (geleden)1
    • we hebben zojuist een auto gekocht1

Wiktionary Translations for zojuist:


Cross Translation:
FromToVia
zojuist gerade just — recently