Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. emmeren:
  2. emmer:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for emmeren from Dutch to English

emmeren:

emmeren verb

  1. emmeren
    to whine; to whimper
    • whine verb (whines, whined, whining)
    • whimper verb (whimpers, whimpered, whimpering)

Translation Matrix for emmeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
whimper jammertoon
whine jank; snik
VerbRelated TranslationsOther Translations
whimper emmeren dreinen; drenzen; dwingend huilen; grienen; huilen; janken; jengelen; kermen; snikken; snotteren; wenen
whine emmeren brullen; dreinen; drenzen; dwingend huilen; gillen; grienen; huilen; janken; jengelen; kermen; snikken; snotteren; temen; zemelen

Related Words for "emmeren":


Wiktionary Translations for emmeren:


Cross Translation:
FromToVia
emmeren carp; cavil; grizzle; beef; crab; grouse; kvetch; grouch; niggle; nag; whine; nudge; noodge nörgelnpenetrant/störend, aber nicht aggressiv seinen Unmut äußern

emmer:

emmer [de ~ (m)] noun

  1. de emmer (vat; barrel; ton; )
    the barrel; the bucket; the vat; the vessel; the cask; the pan; the pail; the butt; the hold
    the tub
    – a large open vessel for holding or storing liquids 1
    • tub [the ~] noun
    the drum
    – a bulging cylindrical shape; hollow with flat ends 1

Translation Matrix for emmer:

NounRelated TranslationsOther Translations
barrel bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat geweerlade; kuip; loop; tobbe; waskuip
bucket bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat aker; bucket; grijper; schepemmer; schepper
butt bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat geweerkolf; greep; kolf; peuk; risee; sigaret; stinkstok; uitgedrukte sigaret
cask bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
drum bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat jerrycan; trom; trommel
hold bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat beetnemen; beetpakken; greep; houdgreep; scheepsruim; vastpakken
pail bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
pan bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat ijsschol; ijsschots; pan; pannen; panning
tub bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat bad; badkuip; kuip; tobbe; waskuip
vat bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
vessel bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
VerbRelated TranslationsOther Translations
drum de trom roeren; hameren; kloppen met een hamer; roffelen; trommelen
hold aanhouden; arresteren; beethouden; beseffen; doorzien; gevangennemen; handhaven; in de cel zetten; inrekenen; inzien; niet laten gaan; onderkennen; oppakken; opsluiten; realiseren; stand houden; vasthouden; vastzetten; wachten

Related Words for "emmer":

  • emmeren, emmers, emmertje, emmertjes

Wiktionary Translations for emmer:

emmer
noun
  1. amount held in this container
  2. container
  3. a container like an open bucket

Cross Translation:
FromToVia
emmer box; container; bucket; can; case; crate; pot; chest; pail; tin; urn; tub; vat baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
emmer bucket; pail seau — Récipient cylindrique