Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toevloed:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toevloed from Dutch to English

toevloed:

toevloed [de ~ (m)] noun

  1. de toevloed (drukte; toeloop; gedrang)
    the rush; the influx; the flow; the stampede; the squash

Translation Matrix for toevloed:

NounRelated TranslationsOther Translations
flow drukte; gedrang; toeloop; toevloed drukte; stroom; stroomdimensielid; teveel aan bezigheden
influx drukte; gedrang; toeloop; toevloed het toestromen; het toevloeien; hoogwater; toestroom; vloed
rush drukte; gedrang; toeloop; toevloed aanval; attaque; bestorming; drukte; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; offensief; overijling; run; runs; spoed; stormaanval; stormloop; stormlopen; temperament; teveel aan bezigheden; vurigheid
squash drukte; gedrang; toeloop; toevloed kneuzen
stampede drukte; gedrang; toeloop; toevloed
VerbRelated TranslationsOther Translations
flow golven; golvend bewegen; gulpen; gutsen; in stromen neerstorten; lopen; stromen; vloeien; voortvloeien uit
rush draven; haasten; hard rennen; hollen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; pezen; reppen; snellen; spoeden; sprinten; stormlopen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden
squash fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
rush rieten

Wiktionary Translations for toevloed:

toevloed
noun
  1. inward flow

Cross Translation:
FromToVia
toevloed afflux; influx; inflow; flow; concourse; congestion afflux — médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.