Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voorschrift:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voorschrift from Dutch to English

voorschrift:

voorschrift [het ~] noun

  1. het voorschrift (wet; regel; regeling; reglement; orde)
    the regulation; the prescription; the recommendation
  2. het voorschrift (instructie; aanwijzing)
    the instruction; the assignment; the order; the command
  3. het voorschrift (richtlijn; richtsnoer)
    the regulation; the precept; the rule

Translation Matrix for voorschrift:

NounRelated TranslationsOther Translations
assignment aanwijzing; instructie; voorschrift bevelschrift; consigne; dwangbevel; gunning; kwestie; opdracht; opgaaf; opgave; order; probleem; taak; toewijzing; vraagstuk; zwaarte
command aanwijzing; instructie; voorschrift aanvoeren; aanvoering; autoriteit; beheersing; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dienstorder; dwangbevel; gebod; gezag; heerschappij; leiding; macht; mate van bekwaamheid; opdracht; oppperbevel; order; taak; voorgaan
instruction aanwijzing; instructie; voorschrift bevelschrift; briefing; consigne; cursus; dwangbevel; handleiding; instructie; lastbrief; lastgeving; lering; les; mandaat; onderricht; onderrichting; onderwijs; opdracht; order; taak; uitleg
order aanwijzing; instructie; voorschrift bestelling; bevel; bevelschrift; bezorging; commando; consigne; decoratie; dienstorder; dwangbevel; ereteken; gebod; lastbrief; lintje; mandaat; onderscheiding; onderscheidingsteken; opdracht; orde; order; overhandiging; regelmaat; ridderorde; taak; z-volgorde
precept richtlijn; richtsnoer; voorschrift axioma; grondeigenschap; grondstelling; hoofdstelling
prescription orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet farmaceutisch recept; receptuur
recommendation orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet aanbeveling; aanprijzing; recommandatie; referentie
regulation orde; regel; regeling; reglement; richtlijn; richtsnoer; voorschrift; wet dienstvoorschrift; discipline; dwang; gehoorzaamheid; normalisatie; onderwerping; orde; reglement; reglementering; tucht; verordening
rule richtlijn; richtsnoer; voorschrift bewind; dienstvoorschrift; filter; gezag; macht; overheersing; regel; regentschap; regeringsstelsel; regime; reglement; staatsbestel; stelregel; wetmatigheid
- regel
VerbRelated TranslationsOther Translations
command aanvoeren; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; opdragen; verordenen; verordonneren; voorzitten
order aanrukken; aanvoeren; afkondigen; bestellen; bevel voeren over; bevelen; catalogiseren; classificeren; commanderen; decreteren; dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; ingeven; leiden; leidinggeven; macht uitoefenen; opdragen; ordenen; orderen; organiseren; overheersen; rangordenen; rangschikken; regelen; regeren; schikken; uitvaardigen; verordenen; verordonneren; voorschrijven
rule bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; heersen van griep; macht uitoefenen; opdragen; overheersen; regeren; verordenen; verordonneren; verspreiden van ziekte

Related Words for "voorschrift":

  • voorschriften

Synonyms for "voorschrift":


Related Definitions for "voorschrift":

  1. bepaling wat wel of niet mag1
    • één van de voorschriften is dat je hier niet rookt1

Wiktionary Translations for voorschrift:

voorschrift
noun
  1. written order for the administration of a medicine
  2. recipe

Cross Translation:
FromToVia
voorschrift prescription prescription — Protocole médicamenteux

Related Translations for voorschrift