Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aangespen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aangespen from Dutch to English

aangespen:

aangespen verb (gesp aan, gespt aan, gespte aan, gespten aan, aangegespt)

  1. aangespen (vastgespen)
    to buckle
    • buckle verb (buckles, buckled, buckling)

Conjugations for aangespen:

o.t.t.
  1. gesp aan
  2. gespt aan
  3. gespt aan
  4. gespen aan
  5. gespen aan
  6. gespen aan
o.v.t.
  1. gespte aan
  2. gespte aan
  3. gespte aan
  4. gespten aan
  5. gespten aan
  6. gespten aan
v.t.t.
  1. heb aangegespt
  2. hebt aangegespt
  3. heeft aangegespt
  4. hebben aangegespt
  5. hebben aangegespt
  6. hebben aangegespt
v.v.t.
  1. had aangegespt
  2. had aangegespt
  3. had aangegespt
  4. hadden aangegespt
  5. hadden aangegespt
  6. hadden aangegespt
o.t.t.t.
  1. zal aangespen
  2. zult aangespen
  3. zal aangespen
  4. zullen aangespen
  5. zullen aangespen
  6. zullen aangespen
o.v.t.t.
  1. zou aangespen
  2. zou aangespen
  3. zou aangespen
  4. zouden aangespen
  5. zouden aangespen
  6. zouden aangespen
diversen
  1. gesp aan!
  2. gespt aan!
  3. aangegespt
  4. aangespedne
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aangespen [znw.] noun

  1. aangespen (vastgespen)
    the clasping; the buckle up; the buckling together

Translation Matrix for aangespen:

NounRelated TranslationsOther Translations
buckle gesp
buckle up aangespen; vastgespen
buckling together aangespen; vastgespen
clasping aangespen; vastgespen aanhaken; haken
VerbRelated TranslationsOther Translations
buckle aangespen; vastgespen dichtgespen; dichtsnoeren; gespen; ineenzakken; ineenzijgen; toegespen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
clasping klemmend; klemzittend; knellend

Wiktionary Translations for aangespen:


Cross Translation:
FromToVia
aangespen buckle; gird; zone bouclerattacher, serrer avec une boucle.